Compost

 

Compost is het resultaat van een proces waarbij micro-organismen ervoor zorgen dat plantenreste worden omgezet in een waardevolle voedingsbron voor andere planten. Compost heeft  interessante eigenschappen. Nadat het in de grond is getrokken verandert het de structuur ervan, zodat deze lichter wordt en vocht beter vasthoudt. Ook worden voedingsstoffen langer bewaard en meer geleidelijk aan de planten afgegeven. Daarnaast heeft het een isolerende werking, waardoor wortels minder last hebben van temperatuurverschillen. Planten die in een compostrijke bodem staan zijn sterker en gezonder en zijn opvallend minder vatbaar voor ziekten.

Bacteriën, schimmels, pissebedden en compostpieren lossen elkaar af in het composteringsproces. Daarom is het belangrijk dat je geen reinigingsmiddelen gebruikt bij het schoonmaken van een lege compostcontainer. Compostpieren zullen via de gleufjes onder in de compostbank zelf hun weg naar binnen vinden. Als je de inhoud van de container door elkaar haalt, zul je massa's door elkaar wriemelende piertjes zien zitten. Ook de pissebedden en de micro-organismen komen vanzelf, je hoeft er in principe niets voor doen ... 

 

Welke stoffen kun je composteren? 

Je kunt afval van fruit en groenten gebruiken, maar ook andere plantaardige resten. Gebruik nooit gekookte groenten of aardappelen. Een kleine opsomming: aardappelschillen, afval van groenten en fruit, biologisch afbreekbare verpakkingen, bladeren, dennennaalden, doppen van noten, eierschalen, koffiefilters, hooi, kamerplanten, koffiedik, onkruid (heeft niet de voorkeur!),  snijbloemen, stro, takjes, theebladeren, theezakjes (labeltjes eraf), uitwerpselen van planteneters, versnipperd snoeihout. 
Zorg voor zo veel mogelijk diversiteit te zorgen en meng de verschillende materialen goed. Je kunt een onderscheid maken tussen enerzijds groen, vochtig materiaal (zoals bladeren, groenten en fruit) en anderzijds bruin materiaal (zoals hout, notendoppen, koffiegruis). Een compostvat moet zowel groen als bruin materiaal bevatten, liefst van beide even veel.
Deze materialen mogen beslist niet worden gebruik: aarde, as, beenderen, blik, reinigingsmiddelen, dierlijk afval, distels en ander onkruid, houtskool, ijzer, kattenbakvulling, kunststof, metaal,  olie, saus, snoeihout van meer dan 2 cm. dik, stenen, volle stofzuigerzakken, timmerhout met verf, vernis of impregneermiddel, uitwerpselen van vleeseters, vet, vlees, wegwerpluiers, zand. 

 

Compostcontainers

Compostvaten, ook wel compostcontainers genoemd, zijn in alle maten en kleuren te krijgen in een tuincentrum. Plaats de compostcontainer op een zonnige plek, want warmte versnelt het proces. Een compostcontainer verspreidt over het algemeen geen geur, maar zet hem voor alle zekerheid toch maar achter in de tuin.

Maak zelf een composthoop

In plaats van een compostcontainer te kopen kunt je er ook zelf één maken. Die is minder mooi maar veel goedkoper en even effectief. Maak een kubusvormige constructie van hout en bevestig kippengaas op drie van de vier zijkanten. Houd er rekening mee dat er na verloop van tijd behoorlijk veel druk op het gaas zal komen te staan. Maak op dezefde wijze een los vierde paneel dat als "deur" fungeert. Plaats aan de binnenkant van het gaas wat stukken karton en leg bovenop steeds een stuk plastic of karton om te beletten dat het compost uitdroogt.

In een composthoop kun je best beginnen met een laag van 10 cm. dik die bestaat uit tamelijk grof materiaal. Zo voorkom je de vorming van luchtdichte en rottende lagen. Breng daarna

eventueel een laagje magnesiumhoudende landbouwkalk aan en voeg daarboven alle mogelijk composteerbare stoffen toe, luchtig en goed vermengd. Om de 20 cm. kun je desgewenst een laagje kalk toevoegen om het proces wat te versnellen, maar dat is geen verplichting.
Een composthoop moet bovenaan afgedekt zijn om uitdroging te voorkomen. Na enkele maanden zal de temperatuur in de hoop gaan dalen omdat de zuurstof is opgebruikt. Haal de hoop daarom regelmatig zoveel mogelijk door elkaar met een riek en dek hem opnieuw af.  

 

Zuurstof in de compostcontainer

Deze is onontbeerlijk. Een goede luchtcirculatie is dus onontbeerlijk. Warme lucht stijgt weliswaar vanzelf maar als je te veel vast of nat materiaal ineens toevoegt, kan dit een ondoordringbare laag vormen. Daarom is bijvoorbeeld gras uit de opvangbak van de grasmaaier niet erg geschikt. Als je het toch in het compostvat kwijt wil, zorg er dan voor dat het goed met andere, lossere materialen vermengd is en gebruik het in kleine hoeveelheden. Elke compostcontainer heeft onderaan gleufjes om de lucht te laten binnenstromen. Het is een goed idee om op de bodem eerst een dikke laag takjes of gehakseld snoeiafval te leggen om te voorkomen dat deze ze na verloop van tijd zouden dichtslibben met zachte substantie. 

 

Temperatuur en vochtigheid

Hoge temperaturen versnellen het composteringsproces. Gedurende warme periodes in de zomer kun je de inhoud van het compostvat bijna zienderogen zien afnemen. In de winter daarentegen lijkt het alsof er helemaal niets gebeurt. Compost is het meest actief in de eerste helft van het composteringsproces. De temperatuur in een compostvat kan dan gemakkelijk stijgen tot 60 à 70° Celsius. Echter, hoe hoger de temperatuur van het compost is, des te sneller het uitdroogt. De na te streven ideale vochtigheid hangt niet alleen af van de temperatuur maar ook van de fase van het composteringsproces en de structuur van het materiaal. Om te weten of je water moet toevoegen kunt je een handvol halfrijp compost stevig samenknijpen. Als er totaal geen water vrijkomt is de compost te droog; als de compost als tussen je vingers wegglijdt is het te nat. Denk er bij warm weer aan regelmatig met een gieter of tuinslang wat water bovenaan uw compostvat toe te voegen, want eenmaal opgedroogd stopt het composteringsproces onverbiddelijk. 

 

Wanneer is de compost klaar voor gebruik?

Na ongeveer een jaar is het compost klaar om in de tuin gebruikt te worden. Het is normaal dat er hier en daar nog kleine takjes en brokjes hard materiaal inzitten, en als u van plan bent om het in "droge" toestand tussen uw planten te verspreiden en nadien eventueel lichtjes in te werken hoeft u zich hier niets van aan te trekken. De kleine stukjes zullen verder vergaan in en op de grond tot er totaal niets van overblijft. 

Hakselen

Als je nog geen hakselaar hebt kun je overwegen er één aan te schaffen, eventueel samen met de buren of de moestuinvereniging. Tegenwoordig biedt elk tuincentrum meerdere modellen aan. In een middelgrote tuin met bomen ga je minstens éénmaal per jaar de ongewenste takken te lijf en het is zonde om al dat prima compostmateriaal verloren te laten gaan