Marcotteren

 

Net als stekken, delen en afleggen is marcotteren een vorm van vegetatieve vermenigvuldiging van planten. Je bent ervan verzekerd dat de nieuwe planten exact dezelfde eigenschappen hebben als de moederplant. Eigenlijk is het een vorm van klonen!

 

Deze methode wordt toegepast bij planten met stijge, onbuigzame stengels en bij zeldzame of waardevolle planten die niet eenvoudig te stekken of af te leggen zijn. Ook een groot aantal kamerplanten kan op deze manier worden vermeerderd.

 

Eigenlijk is marcotteren een vorm van afleggen, maar dan boven in de boom of struik. Je brengt een vochtig medium waarin een tak kan wortelen naar de tak toe. Sinds mensenheugenis wordt hiervoor veenmos gebruikt (sphagnum).

 

 

Marcotteren gebeurt in lente en zomer en ook bij deze methode wordt uitgegaan van de mooiste, jonge scheuten. Het werkt als volgt:

  1. Maak een diepe snede in de lengterichting van de tak.
  2. Ontschors een stukje van de stengel.
  3. Bestuif de wond met stekpoeder en bedek de wond met een handvol vochtig veenmos.
  4. Stop dit goed tussen de snede en rond de stengel, zodat alles goed bedekt is.
  5. Wikkel rond het mos heel dun plastic dat de prop mos volledig luchtdicht moet afsluiten.
  6. Houd het plastic op zijn plaats door touw of raffia rond de stengel te draaien, zowel boven als onder de marcotteerplaats.

 

Binnen enkele maanden tot een jaar verschijnen de wortels. Knip de tak vlak onder de wortels af en plant alles voorzichtig uit zonder de tere wortels te beschadigen.