Planten doe je zo

 

  1. Maak de grond altijd eerst goed los met een spa. Vooral op kleigrond is dit absoluut nodig.
  2. Het plantgat moet minstens tweemaal zo groot zijn als de potkluit.
  3. Voor vaste planten is een goede structuur van de grond erg belangrijk. Werk daarom voor het planten altijd wat organische stof (compost of bladaarde) door het plantgat.
  4. Dompel de potjes voor het planten eerst in een emmer met water. Een halve minuut (totdat de kluit niet meer borrelt) is meestal wel voldoende.
  5. Haal de kluit voorzichtig uit het potje. Eerst even knijpen, dan op de kop houden en vervolgens voorzichtig eruit schudden.
  6. Soms zit de kluit erg vast in de pot en groeien er zelfs wortels door de gaatjes onderin. Snijd die er eerst af. Is de kluit eenmaal uit de pot, maak hem dan met je handen wat losser of geef met een mes een paar verticale halen door de zijkant van de kluit.
  7. Zet de plant in het plantgat en vul deze met aarde. Stevig aandrukken! Breng eventueel een mulch rond de plant aan.
  8. Geef de plant water en blijf dit nog enige dagen doen tot de plant is aangeslagen.