Verspenen en afharden

 

Verspenen

Verspenen is het verplanten van zaailingen naar een plaats waar ze verder kunnen groeien. Niet eerder (maar wel later!) dan wanneer de eerste "echte" blaadjes verschijnen, kunnen de baby-plantjes worden verspeend.


Eerst worden potjes gevuld met aarde (liefst een mengsel van cocopeat en potgrond). Drukt dit licht aan. Hierin worden straks alleen de sterkste zaailingen geplant, soms één per potje en soms meer, afhankelijk van de soortgrootte. Zorg ervoor dat er niet te veel plantjes te dicht op elkaar komen te staan. Koffiebekertjes voldoen uitstekend om in te verspenen, mits er gaatjes in de bodem worden geprikt. Ook toiletrolletjes kunnen worden gebruikt met als voordeel dat deze gewoon mee in de border kunnen worden geplant.


Pak de zaailing heel voorzichtig bij een kiemblaadje en werk hem met een stokje uit de aarde waarbij moet worden opgelet dat de worteltjes niet worden beschadigd. Prik met een potlood o.i.d. een gaatje in de potgrond en laat de zaailing er inzakken totdat de kiemblaadjes er net bovenuit steken. Hiermee wordt de kans op omvallen kleiner en kunnen zich meer wortels ontwikkelen. Druk de grond voorzichtig aan.


De pas verspeende plantjes mogen nog niet worden bemest. Pas na enkele weken mogen er enkele druppels (en niet méér) vloeibare mest aan het gietwater worden toegevoegd. Zorg er dan wel voor dat het water niet op de blaadjes terechtkomt. Hierdoor kunnen schroeiplekken ontstaan. Wanneer teveel mest wordt gegeven gaan de jonge planten onherroepelijk dood omdat de worteltjes verbranden.


Grote zaden als die van de courgette of canna kunnen beter met één of twee direct in een potje worden gezaaid. Na kieming wordt de zwakste plant eruitgetrokken.

 

 

Afharden

Planten die binnen zijn opgekweekt, kunnen niet meteen buiten worden gezet maar moeten acclimatiseren (afharden). Deze periode duurt minimaal twee weken. Het kan op twee manieren:

  1. Wanneer de kans op vorst is geweken worden de planten buiten in een koude bak of onverwarmd kasje geplaatste. Overdag kan deze open worden gezet maar 's avonds moet deze worden gesloten.
  2. De potjes met plantjes worden in een tray of doos gezet welke iedere avond worden binnengehaald. Staan de potjes op een zeer beschutte plaats, dan kunnen ze in zachte nachten buiten blijven staan.

 

Let er wel op dat de plantjes niet uitdrogen!

 

Sommige jonge planten worden door slakken als delicatesse bij uitstek beschouwd. De zaailingen van planten als delphiniums, tagetes (afrikaantjes) en zinnia's kunnen dan in één nacht tot aan de grond worden opgevreten. Om dit te voorkomen kan aan de bovenrand van de potjes van dergelijke plantjes een randje van koperplakband worden geplakt, dat schrikt slakken af. Zorg er dan wel voor dat de plantjes elkaar aan de bovenkant niet raken.