Het snoeien van kuip-, kas- en kamerplanten
Het snoeien van kuipplanten wordt op verschillende tijdstippen uitgevoerd. Voor de planten naar binnen gaan worden er veel gesnoeid. De planten staan in dewinterberging vaak dicht opeen en er moet 's winters ook nog water worden gegeven. Ook na het naar buiten brengen worden kuipplanten soms gesnoeid. Met name worden dan slappe uitlopers weggenomen en afgestorven delen van de plant. Ook in de zomer worden planten gesnoeid, zoals bijvoorbeeld vormboompjes wanneer zij hun vorm hebben verloren, denk aan strak gesnoeide laurier-bomen.
Het snoeien van kuipplanten wordt om een aantal redenen gedaan:
• het vormen van jonge planten
• het beperken van de grootte
• het behouden van vormen
Banaan
De banaan wordt eigenlijk niet gesnoeid. De plant heeft geen echte stam maar een bundel bladschedes die er uit ziet als een stam. Gedurende het hele groeiseizoen worden de uitstekende delen van afgestorven bladeren weggenomen. Voor de plant naar binnen gaat worden net zoveel bladeren verwijderd, als nodig vanwege de beschikbare ruimte. Indien gewenst kunnen alle bladeren verwijderd. Dit laatste geldt ook voor planten in de vollegrond zodat de bescherming kan worden aangebracht.
Integenstelling tot de Ensetebananen vormen de Musabananen worteluitlopers. Bij het verpotten in het voorjaar kunnen deze worden losgesneden van de moederplant en apart worden opgepot.
Oleander
Oleanders kunnen zowel als struik (meest gebruikt) als kroonboom op stam worden opgekweekt. Oleanders hebben de neiging lange slappe en kale gesteltakken te ontwikkelen. Om dit te voorkomen worden de langste takken een stuk teruggenomen. Deze zullen het volgende jaar in de regel niet bloeien. Doe dit dan ook met hoogstens 1/3 van de gesteltakken, de overige 2/3 zullen wel bloeien. Het volgende jaar wordt weer 1/3 van de gesteltakken teruggenomen. De teruggenomen takken zullen net onder de snede nieuwe scheuten vormen. Door op deze manier te snoeien zullen de gesteltakken ook dikker en steviger worden. Eventuele zwakke gesteltakken worden geheel weggenomen.
Engelentrompet (Brugmansia)
De engelentrompet kan worden opgekweekt met een enkele of meervoudige stam. Van nature groeit de plant nogal warrig en in de winter sterven takken soms behoorlijk in. Hierdoor ontstaat bijna altijd een wat vrije vorm. Omdat de plant bloeit op het nieuwe hout wordt er in de zomer niet gesnoeid.
Brugmansia sanguina, die wat warmer moet overwinteren, wordt minimaal gesnoeid. Alleen kruisende takken worden verwijderd en in het voorjaar evtueel de ingestorven delen.
Brugmansia aurea en Brugmansia arborea daarentegen kunnen in de herfst naar believen worden gesnoeid: je kunt de stam op 1/2 tot 1 meter hoogte doorzagen voor een relatief koude overwintering; je kunt ook slechts de grotere bladeren verwijderen en de plant laten overwinteren bij 17°C. De plant zal dan tijdens de overwintering zo af en toe nog bloemen geven.
Laurier
Laurier wordt vaak opgekweekt als strakke vorm: kegel, bolletje op stam, bolletje met een getordeerde stam of bolletje op een stam met een hart erin
De laurier wordt altijd met de snoeischaar gesnoeid en nooit met een heggenschaar. Met een heggenschaar worden de blaadjes doormidden geknipt, wat heel erg lelijk is.
Na de winterrust worden dode delen verwijderd. In het groeiseizoen wordt de plant in model gehouden door de te lange uitlopers terug te nemen. Indien opkronen nodig is, kan dit het beste worden uitgevoerd voordat de planten weer de winterberging in gaan.
Passiebloem
De passiebloem wordt in de herfst sterk teruggesnoeid. Hierdoor wordthergroei in het volgende groeiseizoen bevorderd en omdat de plant bloeit op het nieuwe hout ook de bloei en daarmee de vorming van vruchten. Gedurende het groeiseizoen wordt er niet gesnoeid
Verkleurbloem (Lantana)
De verkleurbloem bloeit op het nieuwe hout. De scheuten die in de loop van het groeiseizoen ontstaan worden dan ook met rust gelaten tot de herfst. De plant kan worden opgekweekt als kroon op stam of als struik. Het vergt nogal wat werk om een mooie, rechte stam te krijgen omdat de plant nogal warrig en hoekig groeit van nature. Als de plant gevormd is, worden in de herfst de uitlopers teruggenomen tot op 5 à 10 cm