Klimmers en leiers

 

Soms is het mogelijk een klimmer de vrije hand te geven en hem te laten klimmen tegen een muur, schuur of door de takken van een oude boom. Deze planten hoeven meestal niet gesnoeid te worden tenzij ze te goot worden.

 

Hoewel enkele klimmers in staat zijn zich tegen muren vast te hechten met zuignapjes, hebben de meeste soorten steunpunten nodig om de hechtranken aan vast te maken. Het wars over de muren spannen van ijzerdraad is een prima methode. Ook klimrekjes of pergola's kunnen worden gebruikt.

 

Belangrijk bij het planten van een klimmer of leiboom tegen een muur is, dat er zeker 20 tot 30 centimter ruimte blijft tussen plant en muur. De wortels krijgen dan voldoende ruimte en ook voldoende rgenwater, wat erg belangrijk is voor het aanslaan. Pas geplante klimmers moeten gewoonlijk tot op dehelft of tweederde worden teruggesneoid. In sommige gevallen zullen zich dan vanuit de voet krachtige scheuten ontwikkelen en kunnen de oorspronkeliujke stengels wroden weggenomen. Het tweede jaar kan dan worden beginnen de scheuten te leiden. Het eerst moeten de jonge scheuten wijd uitgespreid worden vastgezet, met veel ruimte ertussen. Ongewenste of zwakke stengels moeten iedere winter worden ingekort gedurende de eerste jaren, om krachtige groei te behouen en ongewenste zijscheuten kunnen halverwege worden ingesnoeid. Bladhoudende klimmers moeten wat lichter worden gesnoeid dan bladverliezende.

 

Zodra de klimmer zich heeft gezet, moeten zoveel mogelijk hoofdstengels omlaag getrokken worden om horizontaal of onder geringe hoek te groeien. Dat geeft een geringe remming van de sapstroom maar veroorzaakt een grotere bloemzetting. Snoeien gaat verder net zoals bij struiken.