Het scheppen van een mooie boom

 

Omdat bomen gewoonlijk op een opvallende plaats worden geplant en een sleutelpositie innemen, zul je er naar willen streven dat zij het aanzien waard blijven. Dat wil zeggen gezond en mooi van vorm. Hoewel iedere boom van nature een bepaalde groeivorm heeft meegekregen, komen we er in de tuin doorgaans niet onder uit af en toe in te grijpen.

 

Wanneer de juiste boom op de juiste plek is gepoot, zal drastisch ingrijpen niet nodig zijn. In kleinere tuinen wordt echter vaak gekozen voor een boom die (veel) te groot wordt. Het is dan ook zaak om vantevoren te informeren of de boom die je in gedachten had ook daadwerkelijk op die plaats past. Lees hierover meer over in De juiste plant op de juiste plek.

 

Een jonge boom die je bij een kweker of tuincentrum hebt gekocht, zal doorgaans bestaan uit een dunne hoofdstam met een aantal korte zijscheuten. Een aantal van de onderste takken zal al snel moeten verdwijnen. 

Doe dat echter niet te snel en nooit te veel tegelijk. Laat hem liever een paar jaar groeien en haal eventueel ieder jaar een paar van de onderste takken weg. Moet het een kroonboom worden, dan moeten alle onderste takken tot ongeveer 2 meter hoogte worden weggenomen. Je kunt er dan onderdoor lopen zonder steeds je hoofd te stoten. Intussen heeft zich reeds een kroon gevormd en moet je je erop concentreren die de gewenste vorm te geven.

 

Haal radicaal alle takken weg die andere takken dreigen te kruisen of ertegenaan schuren. Houd altijd het centrum van een boom open (met uitzondering bij coniferen en sterk recht omhoog gaande bomen) zodat voldoende licht en lucht kan toetreden. Soms ontwikkelt zich in de top een tweede sterke tak als rivaal van een andere. Deze vormt een belemmering voor de groei en verzwakt de kroon. Op het punt waar beide takken een Y-vork vormen kan zich allerlei vocht en rommel ophopen en een rottingsproces op gang brengen. Laat de krachtigste tak zitten en haal de andere geheel weg. Als een boom eenmaal aan de groei is, zal hij zich gelijdelijk aan verder ontwikkelen en heeft hij nog weinig snoei  nodig. Haal zieke, beschadigde of dode takken altijd weg.

 

Bladverliezende bomen moet je in het algemeen snoeien als het blad gevallen en de sapstroom tot stilstand gekomen is. Dat wil zeggen in de late herfst en vroege winter. Tijdens de groeiperiode snoeien is lastig (door de bladeren zie je de boom niet meer) en kan de boom in een shocktoestand brengen waardoor hij grote schade oploopt of zelfs sterft.

 

Coniferen hebben (meestal) een keurige, symmetrische groeiwijze en hoeven zelden gensoeid te worden tenzij ze worden gebruikt als heg of voor een bepaalde siervorm. De meeste kunnen een lichte snoeibeurt verdragen maar een zware snoeit trekken ze niet. Het bijknippen kun je in de zomer doen. Niet later want dan worden de jonge scheuten gevormd.

 

Andere groenblijvende bomen en struiken kunnen het beste in de lente worden gesnoeid, tenzij ze natuurlijk op het punt staan in bloei te komen. Vroegbloeiende soorten snoei je dan ook in de zomer, vlak na de bloei. 

 

Soms kan het nodig zijn de kroon van een oude (geërfde!) boom te vernieuwen. Wees daarin niet te radicaal. Doe het over een periode van een paar jaar en bedenk hoe hij eruit zal zien als je die tak of die andere weghaalt. Een zware tak kan wel worden ingekort, maar doe het dan tot aan een zware zijtak en laat niet een rare en lelijke stomp staan.

 

Een andere methode om de hoogte en breedte van een boom in te perken is "knotten", waardoor een gedrongen groei ontstaat. Dit houdt in dat alle jaarscheuten tot vlak op de stam worden weggenomen. Een voorbeeld hiervan is de knotwilg. Knotten kun je zeker niet met alle bomen ongestraft doen. Deze soorten reageren er echter goed op: linde, populier, wilg, paardekastanje en sommige esdoornsoorten zoals Acer negundo. 

Nog even een waarschuwing! Wanneer je een motorzaag gebruikt, moet je heel goed weten hoe je ermee omgaat. Anders word je een gevaar voor jezelf én voor je boom! Sjor zware takken vast voordat je ze afzaagt zodat je zeker weet dat die niet op iemand anders valt!