Zorgen voor goede groeiomstandigheden


Licht, ruimte, zuurstof en water

Planten die onder goede omstandigheden opgroeien zijn minder vatbaar voor ziekten dan planten die onder slechte omstandigheden staan. Dit houdt in:

  • dat planten volop van het licht moeten kunnen profiteren. Naarmate ze meer licht krijgen, groeien ze beter en zijn daardoor minder vatbaar.
    dat je planten voldoende ruimte moet geven om zich te kunnen ontwikkelen. Wanneer planten te dicht op elkaar staan, kunnen ze niet optimaal van het licht profiteren. Bovendien kan de wind er niet doorheen waaien. Daardoor blijven de planten langer nat na een regenbui en zijn ze een gemakkelijke prooi voor schimmelziekten.
  • de wortels van planten voldoende zuurstof moeten hebben om te kunnen ademhalen. Zuurstof is voor planten net zo belangrijk als voor mensen. Door gebrek aan zuurstof zullen de wortels in eerste instantie slecht groeien en op den duur doodgaan. Daarom is het belangrijk dat de bovengrond goed wordt losgehouden door wekelijks schoffelen, zodat de zuurstof ongehinderd de grond kan binnendringen.
  • dat water voor planten van levensbelang is; zonder water gaat elke plant op den duur dood. In een droge periode moet je dan ook regelmatig water geven. Meestal is tweemaal per week voldoende. Alleen planten in potten en hanging baskets moeten minimaal éénmaal per dag water krijgen.
  • sproei het liefts in de ochtend. De planten hebben dan de hele dag de tijd om op te drongen. Wanneer 's avonds wordt gesproeid, blijven de planten de hele nacht nat en koud. Daardoor worden ze gemakkelijk aangetast door schimmelziekten. Wist je trouwens dat te veel water in de grond veel schadelijker is dan tijdelijk te weinig? Planten die steeds met de voeten in te natte grond staan, gaan dood door een gebrek aan zuurstof.  


Het verbeteren van de bodem

De specifieke eigenschappen van de verschillende grondsoorten bepalen welke maatregelen nodig zijn voor een nog betere groei. Lees alles over grondsoorten en over hoe je de bodem kunt verbeteren onder "Siertuin".

  

Onkruid

Te veel onkruid in de tuin is een slechte zaak. Onkruiden zijn immers concurrenten voor de planten die we wél in de tuin willen. Ook zij nemen water, voedingsstoffen en lucht op uit de bodem. Bovendien ontnemen zij de andere planten licht en maken de tuin te vol, waardoor schimmels hun slag kunnen slaan. Overwinterende onkruiden maken dat ook ziekten overwinteren. Al met al reden om goed te wieden!  

 

Hygiène

Laat onkruid niet op de paden of terras liggen maar verwerk het in de composthoop. Ruim na het oogsten of tijdens de voorjaarsschoonmaak meteen de plantenresten op. Gezond materiaal kan op de composthoop maar ziek materiaal moet in de vuilnisbak. In een opgeruimte tuin krijgen ziektekiemen minder kans om zich uit te breiden.  

 

Resistente rassen

Van de meeste gewassen en ook van sommige sierplanten zijn rassen te koop die resistent zijn tegen bepaalde ziekten. Dat wil zeggen dat ze er niet gevoelig voor zijn. Hoewel het zaad van deze soorten wel wat duurder is, loont het zeer de moeite. Immers, wanneer een gewas niet wordt aangetast door een ziekte, hoeft daartegen niet gespoten te worden. Dit spaart dus geld en het milieu!  

 

Wisselcultuur

Zaai of plant nooit twee jaar achter elkaar dezelfde gewassen op hetzelfde stukje grond. Het beste is om wisselcultuur toe te passen. Onder "Moestuin" kun je er meer over lezen.