Kleine vijvers

 

Groot of klein, een vijver brengt leven in de tuin. Voor wie dat niet wil missen, maar geen grote vijver kan of wil inpassen in zijn tuin, is er de mogelijkheid van een kleinere vijver.

 

Voorgevormde vijvers

Bij tuincentrum en doe-het-zelf-zaken zijn voorgevormde, plastic vijvers te koop in allerlei vormen en maten. Hieronder kun je lezen hoe je een dergelijke vijver aanlegt, waarbij de randen worden weggewerkt onder vlonders en door middel van oeverbeplanting.

 

Werkwijze:

  1. Bepaal de plek. Zet daar de vijverbak neer. Breng de vorm van de vijver over op de grond door langs de rand van de vijver om de 40 centimeter paaltjes loodrecht in de grond te slaan.
  2. Teken ook het diepste deel van de vijverbak af.
  3. Graaf eerst het diepste gedeelte uit en daarna de eventuele volgende niveaus. Graaf alles iets ruimer uit dan de bak groot is.
  4. Maak de bodem goed vlak (waterpas) met scherp zand en plaats de bak in het gat. Zorg dat hij waterpas ligt. Vul eventueel onder de bak zand bij totdat de rand precies op de goede hoogte ligt. De bovenrand moet 5 tot 10 centimeter onder het grondoppervlak liggen. Zo voorkom je dat je straks tegen de lelijke, plastic rand ankijkt.
  5. Als de vijver goed ligt, vult je hem voor eenderde met water. Vul daarna de ruimte om de vijver op met zogenaamd stopzand, dat is zand dat zich helemaal om de vijvervorm zal "zetten". Als de vijver helemaal naar je zin ligt, kun je hem verder met water vullen.
  6. Zet plastic bakjes met oever- en waterplanten in de vijver. Leg er, als je kleine (klein)kinderen hebt, een betongaasmat over. Verberg de vijverrand door houten vlonders neer te leggen die er een stukje overheen steken.
  7. In plaats van vlonders kun je ook tegels gebruiken. Wil je een meer natuurlijke oever langs je vijver, dan kun je langs de rand bodembedekkers planten; deze zullen de rand snel bedekken en aan het zicht onttrekken.

 

Fonteinvijvertjes

Wie geen vijver wil, maar wel het rustgevende geluid van water in de tuin, kan ook voor een waterelement in een fonteinvijvertje.

De basis van een fonteinvijver bestaat uit een bak met een afneembare, geperforeerde deksel. De bak zelf wordt aan het oog onttrokken door bijvoorbeeld keien en een sierornament, zoals een borrelsteen, fontein, waterzuil of spuitfiguur. In de bak komt een dompelpomp die het water uit de bak omhoog pompt. Via de stenen en het deksel stroomt het water terug in de bak.

Een fonteinvijver kun je op allerlei manieren inpassen, bijvoorbeeld ingegraven tussen de planten of in een uitsparing in een vlonder of het gazon. Hiernaast zie je hoe het werkt. Het is heel gemakkelijk na te maken:

Een minivijver in bak of schaal

Als container voor een minivijver kunnen allerlei potten en bakken dienen. Van een metselkuip tot regenton tot bloempot: alles wat water kan bevatten en niet lekt, kan dienen als minivijver. Als je er wat planten in laat groeien, zul je zien dat zelfs de kleinste vijver als een magneet werkt op het wildleven in je tuin. Alleen voor vissen zijn deze vijvertjes te klein.....

Mei of begin juni is een goede tijd om een minivijver aan te leggen en te beplanten. Zet een minivijver niet in de volle zon, het water warmt dan te veel op en dan gaat het water eruitzien als groentensoep. Een plekje in de halfschaduw is het meest geschikt.

In de winter kun je je minivijver het beste helemaal leeg maken. De planten kunnen in een emmer water overwinteren op een koele, vorstvrije plaats zoals een schuur of garage.

In een minivijver kunnen alleen kleine waterplanten een plekje krijgen. Bovendien zal de beplanting elk voorjaar kritisch bekeken moeten worden en eventueel uitgedund. Enkele voorbeelden: Potentilla palustris, Mentha aquatica, Mysotis palustris, Hippuris vulgaris, Equisetum scirpoides, Myriophyllum, Ceratophyllum, Nymphaea pygmea-variëteiten, waterhyacint (Eichhornia) en vlotvaren (Salvinia).

 

Werkwijze:

  1. Je hebt nodig: een grote waterdichte bak, vijvermandjes, jute, vijvergrond, substraat om af te strooien en diverse vijverplanten naar keuze, inclusief zuurstofplanten.
  2. Bekleed een paar mandjes met jute en vul ze met vijvergrond. Beplant ze met diverse water- of overplanten; dek de grond daarna af met het substraat.
  3. Zet ook een aantal zuurstofplanten in mandjes met alleen vijversubstraat. Zuurstofplanten zijn onmisbaar om het vijvertje helder te houden.
  4. Mandjes met oeverplanten kun je eventueel op een steen zetten. Mandjes met zuurstof- en waterplanten kunnen op de bodem.
  5. Zet de vijver op de juiste plek: dagelijks een paar uur zon maar ook wat schaduw is prima; het water wordt dan niet te warm.
  6. Vul tot slot je vijvertje met water en doe er wat anti-algenmiddel in. 

 

Vijverplanten planten

Werkwijze:

  1. Kijk voordat je gaat planten hoe de aangekochte planten het best in de vijver tot hun recht komen.
  2. Haal de planten voorzichtig uit hun potjes en probeer de wortels zo min mogelijk te beschadigen.
  3. Plaats de plantjes in plastic vijvermandjes en, als je meerdere soorten in één mandje zet, vergewis je ervan dat ze zo op hun best uitkomen. Je kunt de schikking hierna niet meer wijzigen.
  4. Vul de ruimte rond de planten op met speciale vijveraarde. Voorzichtig maar wel stevig aanduwen, zodat er geen lucht meer tussen de aarde en de wortels zit.
  5. Bedek het oppervlak van de aarde met grind. Dit houdt de aarde in het mandjes en maakt deze zwaarder waardoor het beter op de bodem blijven staan.
  6. Geef water tot de aarde in de mandjes geheel doorweekt is.
  7. Gebruik eventueel bakstenen om oeverplanten niet te diep in het water te laten staan.
  8. Indien het een nieuwe vijver betreft kun je nu de bak met water vullen.
  9. In het begin kan het water groen worden. Uiteindelijk zal er echter een balans ontstaan: het water wordt dan weer helder. Dit kan wel enige weken duren.

Een gezond evenwicht

Naar een gezonde vijver hoef je nauwelijks om te kijken. Het onderhoud bestaat voornamelijk uit het in toom houden van wat al te enthousiast groeiende planten. Hoe kleiner de vijver, hoe groter de kans dat er iets misgaat. Om te voorkomen dat het water te warm wordt, moet de vijver niet te ondiep zijn en ook wat schaduw krijgen. Voldoende zuurstofplanten zijn een absolute noodzaak. Vissen maken de kans op mislukking groter. Bedenk ook dat het water in een kleine vijver in de winter veel sneller bevriest. Om te zorgen dat eventueel aanwezige vissen en amfibieën de winter overleven, met een kleine vijver minimaal 80 centimeter diep zijn. Bij zonnig en droog weer moet je de vijver regelmatig bijvullen. Mocht je te veel algen in je vijver krijgen, dan kun je er watervlooien (levende, verkrijgbaar bij de dierenwinkel) in uitzetten. Die zijn wél dol op alg.