Alles over mest

 

Heeft elke tuingrond mest nodig?

Hoewel de vruchtbaarheid van de diverse grondsoorten verschillend is, gaan in iedere tuin kostbare voedingsstoffen verloren. Dode of uitgebloeide planten worden netjes opgeruimd en niet, zoals in de natuur, verteren waardoor er voedingsstoffen vrijkomen. Door regen spoelen voedingsstoffen naar diepere grondlagen. Vergeet ook niet dat planten in de tuin vaak dicht op elkaar staan en topprestaties moeten leveren. Hiervoor hebben ze veel voeding nodig. 

 

Hoeveel en hoe vaak moet ik mesten?

Zandgrond is over het algemeen armer dan kleigrond. Bovendien houdt ze minder voedingsstoffen vast waardoor ze wegspoelen. Er zijn wel algemene regels. Een gazon heeft twee of drie keer per seizoen mest nodig. In een moestuin moet twee keer per jaar (verteerde) organische mest worden aangebracht. Dit laatste geldt ook voor borders, zij het dat het daar maar éénmaal per drie jaar hoeft. 

 

Wanneer geef ik mest?

In het voorjaar en de zomer, dan groeien de planten en hebben ze veel voeding nodig. Organische mest moet vroeg in het voorjaar worden gegeven zodat het bodemleven genoeg tijd heeft om deze om te zetten in voedingsstoffen. Kunstmest geef je het beste als het gaat regenen. Dit kan gedurende het gehele groeiseizoen. 

 

Kun je aan planten zien of ze voedingsstoffen tekort komen?

Soms kun je aan de bladkleur zien of planten genoeg voedsel krijgen. Te lichte bladeren kunnen bijvoorbeeld wijzen op een tekort aan stikstof. Zie meer onder "Ziekten en plagen". 

 

Wat is het verschil tussen organische en kunstmest?

Organische mest is van plantaardige of dierlijke herkomst. Kunstmest wordt in de fabriek gemaakt. De grondstoffen zijn dan wel van natuurlijke oorsprong maar de productie kost veel energie en er komen soms schadelijke stoffen bij vrij. 

 

Wat zijn de voordelen van organische mest?

Een belangrijk voordeel is, dat het peil van de humus (organische-stofgehalte van de bodem) op peil blijft. Humus geeft de grond een donkere kleur. Het is een voedingsbron voor het bodemleven in de tuin. 

 

Heeft organische mest ook nadelen?

Een te grote hoeveelheid op een moment dat de planten het niet nodig hebben, is belastend voor het milieu. Het duurt even voor de voedingsstoffen zijn omgezet, dus voor eerste hulp bij honger zijn ze niet geschikt. 

 

En hoe zit dat dan met kunstmest?

Kunstmest levert geen bijdrage aan het humusgehalte van de bodem. Een voordeel is dat de samenstelling constant is en de concentratie van voedingsstoffen hoog. Kunstmest wordt sneller opgenomen. Nadeel is dat de voedingsstoffen sneller uitspoelen en zo in het grondwater terechtkomen. Dit is niet echt milieuvriendelijk. Kunstmest kun je dan ook het best dicht bij de planten aanbrengen. Ook kun je maar beter kleine beetjes tegelijk geven, zodat de wortels niet verbranden. Er zijn ook langzaamwerkende meststoffen op de markt, zoals Osmocote. 

 

Uit welke elementen bestaat mest?

De voeding voor planten bestaat uit zes hoofdelementen:

  • Stikstof (N) stimuleert de ontwikkeling van blad en twijgen
  • Fosfor (P) is belangrijk voor de groei van het wortelgestel
  • Kalium (K) bevordert de bloei, de vorming van vruchten en het afharden van scheuten
  • Magnesium (Mg) is onmisbaar bij het aanmaken van bladgroen
  • Calcium (Ca) is belangrijk als structuurverbeteraar en activeert het bodemleven
  • Zwavel (S) speelt onder meer een rol in de waterhuishouding.

 

Daarnaast zijn er nog de sporenelementen, als extra "vitamientjes" voor gezonde planten. Dit zijn IJzer (Fe), Mangaan (Mn), zink (Zn), boor (B), molybdeen (Mo) en koper (Cu). Ze verhogen de weerstand van planten. 

 

Welke soorten natuurlijke meststoffen zijn er?

  • Samengestelde meststoffen: stalmest, gedroogde stalmest in korrelvorm, champignonmest, guano (gedroogde volgelmest), plantenaftreksels en wormenmest.
  • Enkelvoudige meststoffen: bloedmeel en beendermeel.
  • Minerale meststoffen: deze worden gebruikt om één specifiek tekort aan te vullen, bijvoorbeeld slakkenmeel, patentkali en gesteentemelen
  • Kalkmeststoffen: deze beïnvloeden de zuurgraad, bijvoorbeeld dolomietkalk, zeewierkak en Mäerl.


Lees voor gebruik altijd de gebruiksaanwijzing en houd je aan de opgegeven dosering. Gebruik je mest uit eigen stal, zorg er dan voor dat de mest zeker een jaar blijft liggen zodat de ammoniak eruit verdwijnt. Pas daarna kun je het gebruiken. 

 

Zijn mest en bodemverbeteraars hetzelfde?

Met bodemverbeteraars worden stoffen bedoeld die gebruikt worden om het humusgehalte op peil te houden of om de zuurgraad van de grond te beïnvloeden. Het gaat dus meer om het verbeteren van de groeiomstandigheden en niet zozeer om het toedienen van voedingsstoffen. Een voorbeeld van een bodemverbeteraar is compost.