Kalebas

 

De laatste jaren kweekt men erg veel kalebassen en pompoenen en gebruikt men ze vaak voor decoratie. Als ze jong zijn kun je ze echter ook heel goed eten. Alle Kalebassen die voor ons klimaat in aanmerking komen zijn éénjarige planten. Ze doen er één zomer over om van zaad naar enorme vruchten te groeien. De meeste soorten doen het alleen in de kas of serre; vooral de fleskalebassen houden niet van ons kille klimaat. Hoewel de vruchten lijken op pompoenen, komkommers en courgettes zijn ze slechts in de verte verwant.

 

Rassen

De uiterlijke vorm van de verschillende soorten kalebassen is erg divers. Hieronder een korte opsomming, op basis van vorm:

  • Extra veel wratten: African Warty, Cave Man's Club, Little Man, Mayo Warty Bule, Tarahumara Warty, Verrugueuse de Maurice, Warted Australian, Warty Fravago
  • Amfoor-model (in het Engels "dipper", bolletje met superlange hals): Amphore, Club, alle Dipper-soorten, Duck, Maranka Large, Pinguin, Poire à Poudre, Tohono O'Odham, White Japanese Club
  • Rond (appelvormig): Apple, Cannon Ball, Giant Bushel, Giant Ronde de Zaire
  • Fles (een of twee bolletjes met korte hals): big Ball, Black Seede, Bulk & Handle, Giant Bottle de Congo, Water Jug, Martin House, Medium Bottle, Minniature Bottle, Mini Brasil, New Thaian Bottle, Pale Crook, alle Swan-types, Sonde, Wine Kettle Yaoali
  • Peer: Birdhouse Fisher, Cloche, Gakhaa, Small Bushel, Tarahumara, Thaian Kettle
  • Schijf: Canteen, Plate de Corse, Cheese, Guoguohulu
  • Langwerpig: Ever Happiness, Hercules, alle Snake-types, Shield, Zucca Melon  

 

Grond

Een halfschaduwrijke plek is noodzakelijk wanneer de grond in hoofdzaak zanderig is. Op klei- en zeer humusrijke gronden gedijen de planten prima in de volle zon. Meng voordat geplant wordt een flinke hoeveelheid verteerde stalmest door de ondergrond of gebruik gedroogde koemest.  

 

Zaaien

Het zaaien gebeurt het best in een speciale stek- en zaaigrond, of ook in een goed uitgerijpte en gezeefde compostgrond. Je kunt grote hoeveelheden in een zaaibakje zaaien of twee zaden in een pot. Om de zaaidiepte te weten gebruik je een trucje: het zaad moet even diep zitten als de dikte van het zaad. Geef de zaaisel water, maar niet te veel want het zaad rot gemakkelijk. De zaden kiemen bij een temperatuur van ongeveer 20 graden, met wat geluk binnen een week. Rechtstreeks buiten zaaien kan ook, maar dan na 15 mei, wanneer er geen kans op vorst meer is. Verspeen de planten wanneer ze hun eerste echte blaadjes krijgen. 

 

Planten

Geef kalebassen een zonnige plaats. Ze moeten wel op 1 meter afstand van elkaar staan, want de groei is bijzonder sterk. Je kunt veel kleine soorten ook goed omhoog leiden. Het is de moeite waard om de planten te leiden over een schuinopstaande betonmat. Zo blijven de vruchten blijven na regen maar kort nat. Voor een kleiner grondoppervlakte is een rozenboog geschikt. Over een pergola gaat het natuurlijk ook. Als de planten over de grond groeien, moet er een laagje stro onder de vruchten aanbrengen om te voorkomen dat ze gaan rotten.   
Wil je veel oogsten, dan kun je de planten in de beginfase toppen (groeipunt er uit breken), waardoor ze extra goed vertakken. De vruchten worden dan wel betrekkelijk klein. Als het gaat om een beperkt aantal of misschien slechts om 1 grote vrucht, moeten de planten in de nazomer worden getopt en alle overbodige vruchten verwijderd. Alle groeikracht komt dan aan de ene of enkele vruchten ten goede. 

 

Bestuiving

De kalebas vormt mannelijk en vrouwelijk bloemen, de vrouwelijk zijn goed te herkennen aan het vruchtbeginsel: de steel tussen de plant en de bloem is verdikt. De mannelijke bloemen zijn langer, de steel is dun en er zit stuifmeel. De meeste kalebassen hebben bevruchting nodig, haal de mannelijke bloemen niet weg voor ze hun werk gedaan hebben. Na bevruchting zal de kalebas snel groeien.
Als we zeker willen zijn dat je volgend jaar ook goede, zuiver raskalebassen hebt, dien je de bevruchting zelf uit te voeren. Dek alle bloemen af met een luchtdoorlatend gaasje. Zo kunnen de bijen erniet meer bij en kan er geen vreemd stuifmeel op de bloemen terechtkomen. Bevrucht een aantal bloemen, met de hulp van een penseel.  

 

Voeden

Geef kalebassen flink wat gedroogde koemest en/of ander natuurmest door de aarde. Na een paar weken nog eens. 

 

Ziekten en plagen

Door een slechte bevruchting zullen de kalebassen niet of misvormd gaan groeien. Vaak begint de vrucht dan ook nog te rotten. De bevruchting vindt plaats door insecten in de ochtend. Als er door slecht weer geen hommels en andere bestuivers op pad zijn zal geen bevruchting plaatsvinden. Haal aangetaste vruchten weg om verspreiding te voorkomen. Het komt ook voor dat de uitgebloeide bloemen blijven hangen aan de vrucht, en dat deze bij vochtig weer gaan rotten. Haal deze onmiddelijk weg, en bij twijfel de hele vrucht. 
Pompoenen zijn gevoelig voor met name meeldauw en andere schimmels. Tegen het einde van het seizoen als de temperatuur daalt en de vochtigheid toeneemt zal de plant vrijwel zeker last krijgen van deze ziektes. Verspreiding is te vertragen door aangetaste bladeren op tijd weg te knippen. Uiteindelijk zal de plant echter ten onder gaan, maar meestal is dan de eerste nachtvorst niet meer ver en dat overleven ze sowieso niet.

Beschermen

Bescherm kalebassen na planten enige tijd tegen felle zon!   

 

Oogsten

Te onrijp geoogste kalebassen zijn beperkt houdbaar. Alleen in het jeugdstadium zijn ze eetbaar, behalve de fleskalebas, die kun je ook eten als hij volgroeid is. Wacht met het oogsten van sierkalebassen tot ze volgroeid zijn en hard aanvoelen. Het blad begint dan al een beetje af te sterven. De beste bewaartemperatuur is 12 graden. Bewaar ze droog onder een afdak buiten totdat de vorst invalt en daarna binnen.