Paksoi en Amsoi

 

Paksoi en zijn broertje amsoi zijn snelgroeiende gewassen. De types die in Nederland geteeld worden zijn langwerpige, open bladkolen met grote groene lepelvormige bladeren en opvallende nerven. Opvallend zijn ook de lange vlezige bladstelen. Beiden zijn eetbaar, en ook de bloemknoppen. Aantrekkelijk is vooral de teeltduur; hooguit 6 weken na het planten is de kool oogstbaar. Paksoi en amsoi kunnen rauw of gekookt worden gegeten maar worden voornamelijk voor roerbakken gebruikt.

 

Rassen

  • Paksoi: Canton Dwarf (mini), Joi Choi (minder gevoelig voor doorschieten), Mei Qing Choi (groene nerven)
  • Amsoi: Broadleaf (grote, ronde bladeren), Chirimen Hakarashi (lichtgroen en gekroesd), Cheerio en Green in Snow (vorstbestendig), Red Giant (rode bladeren), Bao Sin (kropvormend), Swollen Stem (verdikte stengel)

 

Grond

Beide soorten geven de voorkeur aan kalkrijke zand- of zavelgrond. Op kleigrond verloopt de groei vaak te traag en op veengrond is de kans op knolvoetaantasting groot. Voorzie de grond waarin je gaat zaaien vantevoren van een 2 centimeter dikke laag compost die je oppvervlakkig in de bovengrond werkt. 

 

Zaaien

Buiten worden paksoi en amsoi in de tweede helft van juli gezaaid. Je kunt ook binnen voorzaaien in potjes en later buiten zetten. Omdat de plant zo snel groeit en bovendien niet dol is op verplanten kun je beter geduld hebben en buiten ter plekke zaaien. Het gaat als volgt:

  • Maak op zaaigeultjes met 40 centimeter tussenruimte. Dat gaat het gemakkelijkste door een hark plat op de grond te leggen en de steel licht aan te drukken. Het geultje moet ongeveer 1 centimeter diep zijn.
  • Leg of strooi de zaden uit op 8 centimeter van elkaar.
  • Dek het zaad af met vochtige, goed verkruimelde tuin-of potgrond.
  • Druk de aangebrachte grond met een plankje of met de hand licht aan.
  • In droge perioden is het verstandig om het zaaisel moet vochtige jutezakken af te dekken. Zodra de plantjes opkomen, moeten de zakken worden verwijderd.

 

Planten

De plantjes komen ongeveer een week na het zaaien boven de grond. Paksoi is niet goed te verplanten omdat dit een groeistilstand veroorzaakt met daardoor een grotere kans op doorschieten. Heb je toch binnen voorgezaaid, plant dan maximaal 3 weken na zaaien uit; te oud plantmateriaal veroorzaakt dezelfde problemen. De plantjes moeten op 35x35 centimeter komen staan. Het verplanten gaat zo:

     

    • Maak op het definitieve bedje met de vinger of met een plantstokje op de voorgeschreven afstanden gaatjes in de grond.
    • Licht de te verplanten plantjes met een plat stokje uit de grond en zorg er daarbij voor dat de wortels niet worden beschadigd.
    • Laat de plantjes met hun wortels in de gemaakte gaatjes zakken, waarbij hun hartjes boven het grondoppervlak moeten uitsteken.
    • Vul de plantgaatjes met vochtige en goedverkruimelde truingrond en druk het geheel stevig aan.
    • Verplant bij voorkeur op een bewolkte en liefst regenarchtige dag. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is het zaak om de plantgaten, voordat je de plantjes erin plaatst, te laten vollopen met water. 

    Dunnen

    Heb je ter plaatse gezaaid, dun het zaaisel dan zo uit dat er op een afstand van 35x35 centimeter plantjes blijven staan. De gesneuvelde plantjes kun je gewoon opeten!

     

    Voeden

    Paksoi en amsoi vragen veel voeding en stellen prijs op een ruime organische basisbemesting. Werk deze enige tijd voor het zaaien of planten al ondiep door de bovenlaag van de bodem. Omdat ze ondiep wortelen moet de grond regelmatig vochtig worden gemaakt (een periode van droogte afgewisseld met een periode van natheid zorgt dat een plant doorschiet). Geef water naast de plant; op de plant water geven verhoogt de kans op schimmels. Je kunt ongeveer 4 weken na het planten indien nodig nog wat bijmesten.

     

    Ziekten en plagen

    • Zoals alle koolsoorten zijn beide soorten zeer gevoelig zijn voor knolvoet. Maar ook met de typische insectenplagen die zich bij andere koolgewassen voordoen moeten we rekening houden.
    • Zonder extra maatregelen kun je er zeker van zijn dat de kleine witte maden van de koolvlieg al vlug aan de wortels zullen vreten. Het is aan te raden om  gebruik te maken van een koolkraag rond de stengelvoet zodat de koolvlieg zijn eitjes niet kan afzetten aan de voet van de plant.
    • Ook slakkenaantasting moet wel eens bestreden worden. De vochtige groeiomstandigheden die we aanhouden voor een goede doorgroei trekken ook slakken aan.  Inspecteer de planten dus regelmatig op schade en de aanwezigheid van slijmsporen. 
    • Ook de verschillende koolrupsen mag je verwachten.  Rupsen kun je het beste bestrijden als ze nog in een jong stadium zijn.
    • Een veel voorkomend probleem is rand. Vooral de binnenste bladeren vertonen een verdroging of verrotting aan de bladrand. De hoofdoorzaak is een calciumgebrek waardoor de cellen in de bladeren minder sterk worden. Vooral watertekort en te hoge temperaturen zorgen er dan voor dat de cellen afsterven en dat er rand onstaat.

     

    Beschermen

    Leg koolkragen rond de stengelvoet om te voorkomen dat deze wordt aangevreten door de larven van de koolvlieg.
    Wanneer de vogels eraan vreten, kun je de jonge plantjes beschermen met netten. Zorg ervoor dat vogels er niet in verstrikt kunnen raken. Dit is echter zelden nodig omdat wordt gezaaid in een tijd dat vogels voldoende te eten hebben.

     

    Oogsten

    Zes weken na zaaien kun je al oogsten. Paksoi en amsoi snij je boven de grond af. Als ze na de oogst niet snel naar een koele plaats brengt zullen ze al snel slap worden. Indien geteeld onder glas, verwelken ze sneller dan wanneer ze buiten geteeld zijn. Je kunt deze groente niet lang bewaren.