Chinese kool

 

In de chinese kool herken je niet zo gemakkelijk een lid van de koolfamilie. De groente vormt, afhankelijk van het ras, een donkergroene of geelgroene krop, die meer op groenlof dan op kool lijkt. Bovendien mist de hij de typische koolsmaak. Dit neemt overigens niet weg dat vrijwel alle koolrecepten op de chinese kool van toepassing zijn.

 

Rassen

Er zijn twee typen chinese kool:

  • Japanse hybriden die een 30 cm lange korte en brede, gesloten kool vormen. Voorbeeld: Kasumi, Monument 
  • Cantonner Witkroptype (Granaattype) dat een 50 cm lange slanke, open kool vormt. Dit is het oudste in Nederland geteelde type. Voorbeelden: Granaat, Torpedo 

 

Grond

Chinese kool geeft de voorkeur aan kalkrijke zand- of zavelgrond. Op kleigrond verloopt de groei vaak te traag en op veengrond is de kans op knolvoetaantasting groot.
Voorzie de grond waarin je gaat zaaien vantevoren van een 2 centimeter dikke laag compost die je oppvervlakkig in de bovengrond werkt. 

 

Zaaien

Chinese kool wordt in de tweede helft van juli gezaaid. Op de achterkant van zaadpakjes staat nogal eens vermeld, dat de kool ook vóór half juli kan worden uitgezaaid. Dat moet dan onder glas gebeuren. Vroege chinese kool schiet echter snel in bloei en is veel gevoeliger voor ziektes!
Je kunt zaaien op een zaaibed maar ook ter plekke. Het gaat als volgt:

  • Maak op zaaigeultjes met 40 centimeter tussenruimte. Dat gaat het gemakkelijkste door een hark plat op de grond te leggen en de steel licht aan te drukken. Het geultje moet ongeveer 1 centimeter diep zijn.
  • Leg of strooi de zaden uit op 8 centimeter van elkaar.
  • Dek het zaad af met vochtige, goed verkruimelde tuin-of potgrond.
  • Druk de aangebrachte grond met een plankje of met de hand licht aan.
  • In droge perioden is het verstandig om het zaaisel moet vochtige jutezakken af te dekken. Zodra de plantjes opkomen, moeten de zakken worden verwijderd.  

 

Planten

De koolplantjes komen ongeveer een week na het zaaien boven de grond. Wanneer ze elkaar beginnen te verdringen zijn ze groot genoeg om op hun definitieve plek in de tuin te worden uitgeplant. De plantjes moeten op 30x40 centimeter komen staan. Het verplanten gaat zo:

  • Maak op het definitieve bedje met de vinger of met een plantstokje op de voorgeschreven afstanden gaatjes in de grond.
  • Licht de te verplanten plantjes met een plat stokje uit de grond en zorg er daarbij voor dat de wortels niet worden beschadigd.
  • Laat de plantjes met hun wortels in de gemaakte gaatjes zakken, waarbij hun hartjes boven het grondoppervlak moeten uitsteken.
  • Vul de plantgaatjes met vochtige en goedverkruimelde truingrond en druk het geheel stevig aan.
  • Verplant bij voorkeur op een bewolkte en liefst regenarchtige dag. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is het zaak om de plantgaten, voordat je de plantjes erin plaatst, te laten vollopen met water. 

 

Dunnen

Heb je ter plaatse gezaaid, dun het zaaisel dan zo uit dat er op een afstand van 30x40 centimeter plantjes blijven staan. De gesneuvelde plantjes kun je gewoon opeten!

 

Voeden

Werk voor het zaaien wat bloedmeel door de grond. Voor een goed teeltresultaat moet de chinese kool ongestoord kunnen doorgroeien. Dit betekent onder meer dat de oppvervlakkig wortelende gewas doorlopend over voldoende water moet kunnen beschikken. 

 

Ziekten en plagen

  • Zoals alle koolsoorten is chinese kool zeer gevoelig zijn voor knolvoet. Maar ook met de typische insectenplagen die zich bij andere koolgewassen voordoen moeten we rekening houden.
  • Zonder extra maatregelen kun je er zeker van zijn dat de kleine witte maden van de koolvlieg al vlug aan de wortels zullen vreten. Het is aan te raden om  gebruik te maken van een koolkraag rond de stengelvoet zodat de koolvlieg zijn eitjes niet kan afzetten aan de voet van de plant.
  • Ook slakkenaantasting moet wel eens bestreden worden. De vochtige groeiomstandigheden die we aanhouden voor een goede doorgroei trekken ook slakken aan.  Inspecteer de planten dus regelmatig op schade en de aanwezigheid van slijmsporen. 
  • Ook de verschillende koolrupsen mag je verwachten.  Rupsen kun je het beste bestrijden als ze nog in een jong stadium zijn.
  • Een veel voorkomend probleem is rand. Vooral de binnenste bladeren vertonen een verdroging of verrotting aan de bladrand. De hoofdoorzaak is een calciumgebrek waardoor de cellen in de bladeren minder sterk worden. Vooral watertekort en te hoge temperaturen zorgen er dan voor dat de cellen afsterven en dat er rand onstaat.

Beschermen

Leg koolkragen rond de stengelvoet om te voorkomen dat deze wordt aangevreten door de larven van de koolvlieg.
Wanneer de vogels eraan vreten, kun je de jonge plantjes beschermen met netten. Zorg ervoor dat vogels er niet in verstrikt kunnen raken. Dit is echter zelden nodig omdat wordt gezaaid in een tijd dat vogels voldoende te eten hebben. 

 

Oogsten

Circa twee maanden na het zaaien zijn de kroppen oogstrijp. Ze worden dan met een scherp mes vlak boven de grond afgesneden, waarna de buitenste bladeren moeten worden verwijderd. Vóór de eerste nachtvorst moeten alle kroppen zijn geoogst. In een koele en donkere ruimte blijven zij enkele weken goed.