Bramen, taybessen, boysenbessen en loganbessen

 

Bramen uit eigen tuin besparen een zoektocht naar wilde bramen. Waarom zou je ze niet zelf telen? Er zijn goed dragende rassen en de verzorging valt best mee. Boysenbessen, loganbessen en taybessen zijn kruisingen tussen braam en framboos. Zij worden op dezelfde wijze geteeld als bramen.

 

 

Rassen

Er is een flink aantal bramenrassen op de markt, maar van niet ieder ras is de smaak even goed. Er zijn rassen die zoet, mild zuur of een licht aroma hebben en ook de grootte van de vrucht is afhankelijk van het ras. Daarnaast zijn er soorten met en zonder doornen. De meeste bramenrassen worden rijp in de periode eind juli - tweede helft van september. 

  • Bedford Giant: met doornen. Grote zoete vruchten. Oogst eind juli, begin augustus
  • Black Satin: doornloos. Grote, stevige, iets zure vruchten. Oogst eind augustus, begin september
  • Chester thornless: doornloos. Lekkere zoete braam. Oogst augustus/september
  • Himalaya: gedoornde braam, goed produktief. Friszoete, goede smaak. Oogst eind juli begin augustus
  • Hull Thornless: doornloze braam. Zoet. Oogst augustus
  • Loch nes: geschikt voor kleine tuinen, oogst augustus/september
  • Thornfree: doornloos. geschikt voor verwerking en verse consumptie. Oogst half augustus - half september
  • Thornless Evergreen: doornloze braam. Moet goed rijp zijn anders valt de smaak tegen. Groenblijvend. Rijptijd: half augustus - half september
  • Jumbo: doornloos. Zeer grote vruchten, stevig en iets zurig. Oogst augustus/september. 

 

Grond

Bramen houden van een humusrijke bodem maar hebben verder niet bijzonder veel eisen. Ze stellen een extra portie stikstof in februari (in de vorm van stikstofhoudende mest) wel op prijs.

 

 

 

Planten

Bramen verlangen een zonrijke en beschutte plek tegen vorst. Op een schaduwrijke plaats bloeit de braam slecht en is de opbrengst gering. Bovendien wordt de smaak beduidend minder of rijpen bramen nauwelijks.
Een voedingrijke, humeuze en voldoende vochtige bodem geeft de beste resultaten. Planten kan vanaf begin november tot einde maart. De onderste knoppen aan de scheuten worden op ca 5 cm onder de grond geplant. Bijmengen van een portie oude stalmest geeft een goede start. Plant je meer dan één braam, dan is een onderlinge afstand van 1,5 à 2 meter nodig. Zorg ervoor dat de braam later steun kan zoeken aan horizontaal gespannen draden, een pergola of iets dergelijks. Snoei de braam na het planten in tot op 25 cm boven de grond. 

 

Vermeerderen

Bramen kun je vermeerderen door zaaien, stekken of afleggen. Bij zaaien weet je echter nooit of de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Als je niet voor verrassingen wil komen te staan, kun je beter stekken. Dat gaat als volgt: jonge éénjarige scheuten van 50 centimeter steek je schuin 30 cm diep in de grond. Het jaar daarop zijn ze beworteld en kun je ze op hun plaats zetten. Van nature buigen de afgedragen scheuten aan het einde van het groeiseizoen door naar de grond. Als het jonge topje ervan de grond kan raken, wortelt die zich in de grond. Het volgende seizoen ontspruit hieruit de jonge scheut. Dit heet afleggen. 

 

Leiden, vormen en snoeien

Geef de moed niet op na het eerste groeiseizoen: ieder jaar na het aanplanten zullen er meer jonge (grond)scheuten worden gevormd. Pas in het derde jaar is de plant volwassen. Bramen bloeien het beste op jonge scheuten en dragen aan die scheuten de dikste en mooiste vruchten. Daarom worden ieder jaar de dikste, jonge scheuten aangehouden. Zwakke scheuten worden zonder meer weggeknipt. Bind de scheuten aan op een onderlinge afstand van 30 cm. Doornloze rassen worden op een onderlinge afstand van 15 tot 20 cm aangebonden. Er moet ieder jaar worden gesnoeid. 

 

Bind de ranken van een pasgeplante braam vast aan draden die tussen twee palen zijn gespannen. Zorg ervoor dat ze niet kunnen verschuiven. Dat is alles wat je in het eerste jaar hoeft te doen. In het tweede jaar kunnen de nieuwe ranken aan de bovenste draad worden gebonden. De ranken die in het eerste jaar zijn vastgemaakt zullen nu vrucht dragen. Als in de herfst alle bramen zijn geoogst, moeten de oude ranken tot op de grond worden afgeknipt. Nu kunnen de nieuwe ranken opnieuw worden aangebonden voor de oogst van volgend jaar. Dit kun je ieder jaar herhalen. 

 

Bestuiven

Een bramenplant is een eenhuizige en tweeslachtige plant. Aan één bloem zitten zowel vrouwelijke als mannelijke delen, die door bijen en hommels worden bestoven. Er is geen kruisbestuiving nodig. Je hoeft dus geen verschillende rassen te planten om vruchten te kunnen oogsten. 

 

Voeden

Geef alleen in februari mest met veel stikstof. Daarna is een samengestelde organische meststof in korrelvorm geschikter. Tijdens de periode dat de plant vrucht draagt, kun je hem bijvoeden met tomatenmest. Mulchen met compost wordt zeer op prijs gesteld. Geef water in periodes van droogte, giet de struiken altijd van onder aan en sproei nooit over de planten heen. Het onnodig bevochtigen van de plant verhoogt de kans op vruchtrot. 

 

Ziekten en plagen

  • Frambozenkever: bloemknoppen en bloemen worden opgegeten door bruine kevers. In en op de vruchten zitten de larven van deze kevers in de vorm van wormpjes. Bestrijden met pyrethrum.
  • Grote frambozenluis: honingdauw en roetdauw, vertraging in de groei, overdracht van virus(sen) mogelijk. Spuit de luizen weg met een zeepoplossing. Haal de beschadigde delen weg.
  • Vruchtrot: bloemen en vruchten rotten en zijn met een grauwe schimmellaag bedekt. Bestrijden met een anti-schimmelmiddel uit het tuincentrum. Haal de aangetaste delen weg en vernietig ze.
  • Bramengalmijt: de vruchten die zijn aangetast en verdrogen. Dit wordt veroorzaakt door de bramengalmijt. Bestrijden met een anti-mijtmiddel uit het tuincentrum. De aangetaste delen weghalen en vernietigen
  • Roest: aan de bovenzijde van het blad verschijnen donkerrode vlekjes; aan de onderzijde oranje, bruine of zwarte vlekjes. Bestrijden met een fungicide uit het tuincentrum. Aangetaste delen weghalen en vernietigen.
  • Kleine bramenluis: luizen zuigen aan bladeren en/of jonge scheuten. De luis scheidt een kleverige stof af en veroorzaakt honingdauw, later gevolgd door roetdauw. Krullen van het blad. Spuit de luizen weg met een zeepoplossing. Aangetaste delen weghalen en vernietigen. 

 

Beschermen

Wanneer de eerste vruchten beginnen te kleuren, breekt de tijd aan om de bramen met netten tegen vogels te beschermen. Zorg er wel voor dat er geen dieren in de netten verstrikt kunnen raken!

 

Oogsten

De braam is een verzamelvrucht die bestaat uit een groot aantal steenvruchtjes. Ze zijn rijp als ze zacht en geurig zijn. Ze laten niet los van de bloembodem. Knip de rijpe vruchten voorzichtig af met een schaartje. De vruchten rijpen na de pluk nog na zodat je ze eventueel wat minder rijp kunt plukken. Wacht niet te lang met consumeren of verwerken. Bramen zijn erg bederfelijk!