Tekst
Deze plant komt van oorsprong uit Oost-Azië. Een andere naam voor kiwi is Chinese kruisbes. De planten werden ingevoerd in Nieuw Zeeland en van daar begon de verovering van de wereld! De naam kiwi is afkomstig van een gelijknamige vogel uit dit land. Die ziet er inderdaad als een kiwi uit, maar dan met hele grote poten en een lange snavel!
Rassen
Voor particuliere tuinen worden soms éénhuizige (tweeslachtige) rassen aangeboden, zoals Jenny, Solo en Boskoop. Bij de bloemen van deze rassen zijn zowel de meeldraden als de stampers ontwikkeld. Hierdoor hoeft niet langer een vrouwelijke en een mannelijke plant te worden geplant om vruchten te verkrijgen. Al deze éénhuizige rassen geven echter kleine vruchten. Van Jenny wordt bovendien soms de klacht gerapporteerd dat de stampers in de bloemen slecht ontwikkeld zijn, waardoor de bloemen eigenlijk zijn aan te merken als mannelijk en er dus geen vruchten worden gevormd. Als een éénhuizig ras wordt bestoven door een zuiver mannelijk ras, dan kan de vruchtgrootte toenemen. Het formaat blijft echter kleiner dan van de zuiver vrouwelijke rassen.
Er zijn enkele vrouwelijke kiwirassen, zoals: Lushanxiang (geel vruchtvlees), Sanuki Gold (geel vruchtvlees), Yellow Queen (geel vruchtvlees), Kuimi (groen vruchtvlees), Rainbow Red (lichtgroen vruchtvlees met rode ring rondom de kern), Hongyang (lichtgroen vruchtvlees met rode ring rond de kern), Kosen (groen vruchtvlees met rode ring rondom de kern). Deze variëteiten zijn niet algemeen te koop, dus je zult er mischien even naar moeten zoeken. Dat deze rassen vaak bekend zijn onder verschillende locale benamingen, helpt natuurlijk ook niet echt.
Vrouwelijke kiwirassen moeten voor de vruchtzetting bestoven worden door mannelijke rassen. Aan een mannelijk ras worden nogal wat eisen gesteld. Zo moeten ze uitbundig bloeien, moeten de bloemen veel stuifmeel leveren, moet het stuifmeel van goede kwaliteit zijn en moet de bloeiperiode bij voorkeur een zo lang mogelijke periode beslaan. Bij een lange bloeiperiode is de kans op overlap met het te bestuiven vrouwelijke ras immers het grootst. Voor de diverse vrouwelijke rassen en voor de diverse lokale omstandigheden zijn verschillende mannelijke rassen geselecteerd. Enkele mannelijke rassen zijn: Matua, Tomuri, Atlas en Autari.
Het is voor een leek bijna ondoenlijk om uit te zoeken welke twee rassen hij het best samen kan planten. Koop daarom je kiwiplanten bij een kweker en vraag hem welke soorten je samen moet planten om tot vruchten te kunnen komen.
Grond
De kiwi groeit op de meeste grondsoorten indien niet te droog en niet te nat. Echt goed doen ze het op kalkrijke, humushoudende grond die voldoende vocht bevat. Het is dus een goed idee dat je de bodem verbetert. De plant wortelt oppervlakkig. Om uitdroging van de wortels te voorkomen breng je onder de plant een flinke laag oude stalmest of halfverteerde kompost aan.
Planten
Meestal worden kiwiplanten in een pot(container) verkocht. Planten kun je het beste in het voorjaar. Een plant kan wel 6 tot 8 meter breed en 4 tot 5 meter hoog worden! De plantafstand bedraagt daarom 6 tot 8 meter. Zon, ruimte en beschutting zijn voorwaarden voor het succesvol kweken van je eigen kiwi's.
Vermeerderen
Kiwi's kunnen uit zaad opgekweekt worden, helaas is het dan lang onzeker of en hoeveel vruchten de plant zal dragen. Ook heb je dan geen enkel idee of je plant mannelijk of vrouwelijk is. Beter is het om kiwi's te stekken.
Kiwi's worden in de winter gestekt. Stekken worden geknipt in de herfst als de kiwi zijn blad verloren heeft of tijdens de snoei in december-januari.
De tijd om te stekken is dan vanaf de tweede helft van januari, tot dan worden de stekken bij een zo laag mogelijke temperatuur maar vorstvrij bewaard. Bijvoorbeeld onder in de koelkast.
Stekhout is een halve tot ander-halve centimeter dik. Knip de stekken boven en onder een knop af, elk ongeveer een handbreedte lang. Verwijder tegenover de onderste knop een schilfer van de bast.
Doop de stekken in een stekhormoon en plant de stekken in goed doorlatende stekgrond. Dit kan met meerdere stekken in een pot. Verzetten bij kamertemperatuur of iets daarboven (20-25 graden). Zodra er groei en komt voorzichtig verpotten en verder opkweken. Slagings percentages zijn niet super hoog, 25-50%, maar in het algemeen produceert een kiwi flink wat hout.
Leiden, vormen en snoeien
De kiwi is een klimplant. Leidt hem langs een muur op het zuiden of een beschutte pergola, dan heb je de meeste kans op succes. Zet de plant niet te dicht tegen een muur, de afstand tussen takken en muur moet minimaal 10 à 15 centimeter bedragen.
Het snoeien geen ingewikkelde zaak maar gaat wel anders dan bij de meeste andere planten. De kiwivruchten groeien aan scheuten op de leggers. Leggers zijn horizontale zijtakken die uit de hoofdtak of stam groeien. Uitgaande van de stam houd je aan weerskanten 2 tot 4 leggers aan. De afstand van de grond tot de eerste legger moet zo'n 1,25 tot 1,5 meter zijn. De afstand tussen de leggers onderling bedraagt idealerwijs 70 tot 80 centimeter.
Op de leggers ontstaan scheuten. Je moet onthouden dat de vruchten volgend jaar groeien uit de onderste 3 - 5 knoppen aan scheuten die dit jaar ontstaan zijn.
We maken onderscheid tussen winter- en zomersnoei. Ook worden vrouwelijke planten anders gesnoeid dan de mannelijke exemplaren:
- Wintersnoei vrouwelijke planten
Direct na de winter worden de scheuten van vorig jaar ingesnoeid tot op 6 knoppen. Per strekkende meter legger houdt je 5 tot 7 scheuten aan. De zwakste (dun en slap) haalt je het eerste weg.
- Zomersnoei vrouwelijke planten
Uit het stukje scheut dat je laat staan groeien nieuwe scheuten en vruchten. Vruchtdragende scheuten knip je af boven het zesde volwassen blad boven de vruchten: je begint dus pas te tellen vanaf de "laatste" vrucht. Scheuten die geen vruchten dragen snoei je weg boven het vierde blad. Na de snoei kunnen uit de bladoksels dieven (nieuwe, ongewenste scheuten) groeien. Je knipt die eruit. Loop de plant regelmatig na om dieven te verwijderen.
Zoals je weet draagt de plant op stukjes scheut die vorig jaar gevormd werden. Daardoor komen de vruchten in de loop der tijd steeds verder van de legger af te zitten. Vervangingssnoei is dan wenselijk. De "oude" scheut wordt vervangen door een jonge scheut in de directe nabijheid. Natuurlijk vervang je niet alle oude scheuten in één keer om te voorkomen dat je een jaar niet of nauwelijks vruchten kunt oogsten! - Wintersnoei mannelijke planten
Direct na de winter worden alle scheuten gesnoeid boven de zesde knop. - Zomersnoei mannelijke planten
Scheuten die tijdens het groeiseizoen gevormd worden neem je terug tot op het zesde blad.
Zelfbestuivende rassen, die dus mannelijk en vrouwelijk tegelijk zijn, snoei je alsof ze vrouwelijk zijn.
Bestuiven
Wanneer je vruchten wilt oogsten dan heb je een mannelijke en een vrouwelijke plant nodig. We noemen de kiwi dan ook een tweehuizige plant. Eén mannetje kan 5 à 6 vrouwtjes bestuiven. De planten bloeien in mei - juni. Om een goede bestuiving te krijgen is het uiteraard nodig dat de mannelijke en vrouwelijke planten tegelijk bloeien. Je kunt zelf niet zien welk geslacht je plant heeft. Informeer bij de kweker welke rassen je samen moet planten voor een goede bestuiving en overtuig jezelf ervan dat je een mannelijke én een vrouwelijke plant koopt!
Dunnen
Wanneer de plant erg veel vruchten draagt is het nodig om in een vroeg stadium te dunnen. Je haalt zoveel vruchten weg dat de overblijvers elkaar net niet raken. Dunnen geeft grotere vruchten die een betere smaak hebben.
Voeden
Op zandgrond wordt voor een goede groei de grond regelmatig voorzien van organisch materiaal zoals stalmest of compost gemengd met koeienmest in korrelvorm. Om uitdroging van de wortels te voorkomen breng je onder de plant een flinke laag oude stalmest of halfverteerde kompost aan.
Ziekten en plagen
Er zijn weinig ziekte waar kiwi's specifiek vatbaar voor zijn. Voelt de plant zich toch niet zo lekker, kijk dan hier om uit te zoeken wat hij mankeert en wat je daaraan kunt doen.
Beschermen
Jonge planten kunnen te lijden hebben van vorst. Afdekken is dus nodig. Jonge scheuten kunnen bevriezen door een flinke nachtvorst.
Oogsten
Na een paar jaar begint de oogst op gang te komen, na 6 à 7 jaar mag je echt grote oogsten verwachten. De oogst begint rond half oktober. Doorplukken is het beste. Met andere woorden: je plukt steeds de grootste vruchten en de kleintjes laat je nog even hangen. Een stukje van de steel laat je aan de vrucht zitten. De vruchten kunnen ongeveer 3° nachtvorst hebben. ln december zijn de eerste vruchten goed rijp. Kiwis zijn heerlijk om zo uit het handje te eten. U hoeft ze alleen maar (dun) te schillen. De pitjes kunt u opeten. De vrucht bevat veel vitamine C!