Walnoot

 

Verse walnoten (de "natte", niet de gezwavelde!) zijn in het najaar te koop bij de groentenman, maar heb je er al eens aan gedacht ze zelf te kweken? Moeilijk is het niet, alleen vragen de bomen wel wat ruimte.....

 

Rassen

Bij walnoten is de rassenkeus één van de belangrijkste punten. Wanneer je eenmaal het goede ras hebt gekozen, kan er al bijna niets meer misgaan. De algemene mening is dat Broadview het beste ras is. Deze soort draagt de eerste noten al in het vierde naar na planten. Voor vruchtzetting is geen bestuiving nodig en de opbrengst is één van de hoogste. Bovendien is de bloei niet al te vroeg waardoor de oogst vrijwel nooit verloren gaat door een late nachtvorst in het voorjaar. Andere goede rassen zijn Buccaneer, Rita, Coenen en Plovdivski. 

 

Grond

De walnoot groeit het beste op vruchtbare, kalrijke grond. Op drogere zandgrond doet hij het minder goed, tenzij je de bodem verbetert. Op zuurdere grond moet daarom elk jaar in de winter kalk worden gestrooid. Verder moet de grond diep doorwortelbaar zijn. Tenslotte is ook nog belangrijk dat het grondwater op voldoende diepte zit, dat het niet te veel wisselt en dat overtollig water goed wordt afgevoerd. Alleen dan kan de boom voldoende wortels maken die nodig zijn voor een gezond groeiende notelaar. 

 

Planten

De walnoot is niet inheems in ons klimaat. Daarom gedijt hij het beste op een beschutte, zonnige plaats. Schaduw verdraagt hij niet. Hij vraagt bovendien veel ruimte, de kroon kan uiteindelijk een diameter van 8 meter krijgen. De plant is nauwelijks te leiden; hem kunstmatig kleinhouden lukt dus niet.
Plant de boom in de herfst of winter, wanneer de plant in rust is. Maak voor het planten een diep plantgat en maak de bodem ervan goed los. Zet een paal bij de boom om hem in zijn eerste jaren te steunen. Het plantgat wordt gevuld met een mengsel van uitgegraven grond en potgrond (géén mest toevoegen, dan verbranden de wortels). Zorg dat de entplaats boven de grond staat. 

 

Vermeerderen

In het algemeen zijn geënte rassen sterk aan te raden. Deze kunnen reeds na 3 jaar de eerste noten geven. Zaailingen geven soms pas na 10-12 jaar de eerste noten. Bij geënte rassen is men zeker van hun eigenschappen (ziektegevoeligheid, vruchtkwaliteit, schaalkwaliteit, nootdikte). Bij zaailingen is dit een groot vraagteken doordat de typische raseigenschappen dikwijls verloren gaan. Stekken kan ook, maar dan moet je zelf enten. Al met al is het dus het beste een goed geënte notelaar te kopen bij een gerenomeerde kweker! 

 

Leiden, vormen en snoeien

Snoeien is nodig om zieke takken weg te knippen en het hout regelmatig te verjongen door terug te snoeien op jongere zijtakken. Daarbij is het ook van belang dat voldoende licht kan doordringen in het hart van de kruin. Wees voorzichtig met het opknappen van oude bomen: snoei vooral niet te veel tegelijk, dit geeft veel schade door zonnebrand aan de bast. Bij bomen die regelmatig worden gesnoeid geeft dit geen problemen. De beste snoeitijd is maart of april. Dan groeien de wonden snel dicht en is de kans op vorstschade het kleinst. Dat er na de snoei sommige wonden bloeden is geen probleem. Dit is meer opvallend dan schadelijk. Grote wonden kun ja afdekken met wondafdekmiddel. 

 

Bestuiven

De walnoot is een echte windbestuiver. De knoppen zijn geschubd en de bloemen zijn eenslachtig. Omdat zowel de mannelijke als de vrouwelijke bloemen op één boom voorkomen, wordt de boom éénhuizig genoemd. De mannelijke bloemen (in groene, hangende katjes) verschijnen in april en mei. De vrouwelijke bloempjes staan alleen of in groepjes bij elkaar. Behalve de rassen Broadview en Buccanner, zijn walnoten voor bevruchting afhankelijk van kruisbestuiving. Informeer hiernaar bij de kweker!

 

Voeden

Op zandgrond wordt voor een goede groei de grond regelmatig voorzien van organisch materiaal zoals stalmest of compost gemengd met koeienmest in korrelvorm.

 

Ziekten en plagen

Inzake gezondheid zijn notelaars meestal gemakkelijke bomen. De meeste nieuwe rassen zijn weinig of niet vatbaar voor ziekten. Oudere rassen kunnen wel gevoelig zijn voor bacteriebrand en brandvlekkerigheid (bladvlekkenziekte). Tegen insecten/ mijten hoeft niet gespoten te worden. Normaal vergen ze dus geen gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden). Kijk hier om meer te lezen over ziekten en plagen in je notenboom. 

Beschermen

Je hoeft niet te beschermen tegen vogels of insecten. Wel moet je rekening houden met forse concurrentie van muizen en eekhoorns!  

 

Oogsten

Hoe lang het duurt voor een boom vrucht gaat dragen, is afhankelijk van het ras. Afhankelijk van het weer in de zomer kan per boom 8 tot 14 kilo worden geoogst. Walnoten zijn rijp wanneer de bolster openbarst; meestal omstreeks half september. De rijpe noten vallen uit hun bolster op de grond en de oogst ligt voor het oprapen. Direct daarna worden de noten in water gewassen en goed schoongeborsteld. Daarna worden ze te drogen gelegd bij een temperatuur van 20-25 graden. Gedroogde noten zijn maanden bewaarbaar in een koele ruimte (schuur of garage). De verse kun je beter meteen opeten. Wil je langer genieten van verse walnoten? Bewaar ze dan in zeezout. De noten drogen dan niet zo snel uit en blijven langer vers.


De bolsters en bladeren van de walnoot bevatten een stof die vroeger werd gebruikt voor het kleuren van hout, wol of zelfs haar. De vlekken zijn niet te verwijderen, ze zullen gewoon moeten slijten. Bij het pellen van walnoten is het dragen van handschoenen dus geen overbodige luxe!