Zwarte bessen

 

Zwarte bessen verdwijnen meestal direct naar de jam- of sapfabriek. Da's jammer, want zelf gemaakte verse bessengelei of de taartvulling ervan is een niet te versmaden lekkernij. Als tafelvrucht is'ie minder geschikt; de vrucht is ronduit zuur. Zwarte bessen zijn goed in te vriezen om later te worden verwerkt. Of zet ze eens op brandewijn. Ze zijn nauw verwant aan de rode en witte aalbes en hebben bijna dezelfde kweekwijze.

 

Rassen

Bekende rassen zijn:

  • Akkermans bes: krachtige compacte groei, goede productie.
  • Baldwin: matige maar compacte groei, goede productie.
  • Black Reward: krachtige compacte groei, goede productie.
  • Daniëls September: brede struik, goede productie, minder goede kwaliteit.
  • Goliath: compacte struik, matige productie en kwaliteit.
  • Roodknop: compact groeiend, goede productie, matige kwaliteit.
  • Silvergieter's Zwarte: breed uitgroeiend, vroeg bloeiend, matige productie, goede kwaliteit.
  • Tenah: breed uitgroeiend, vroeg bloeiend, vatbaar voor Amerikaanse kruisbessenmeeldauw, matige productie, goede kwaliteit
  • Wellington XXX: breed uitgroeiende struik, goede productie, matige tot goede kwaliteit

 

Grond

Zwarte bes houdt van een rijke humeuze, maar lichte grond. De grond moet permanent voldoende vocht kunnen vasthouden zonder nat te zijn. Humus (compost) in de grond zorgt hiervoor.

 

Planten

Geplant kan worden in november tot maximaal maart. De grond moet goed losgemaakt zijn en veel humus bevatten. Plant op een afstand van 1,5 meter. De struiken worden iets dieper geplant dan ze op de kwekerij hebben gestaan. Een struik met vier tot zes scheuten levert voldoende productie. Wat er meer aanzit, wordt weggesnoeid. De overblijvende scheuten worden met eenderde van hun lengte gekort. Snoei aan het einde van het eerste jaar niet te veel. Zorg er alleen voor dat de struik open blijft, zodat veel (zon)licht alle scheuten kan bereiken. 

 

Vermeerderen

Zwarte bessen kun je vermeerderen door zaaien of stekken. Bij zaaien weet je echter nooit of de eigenschappen van de moederplant terugkomen. Je kunt beter stekken. Dat gaat als volgt: in het najaar, na het snoeien neem je wat takken mee naar binnen en gaat er goed voor zitten. Het is geen moeilijk karweitje, maar je moet er wel goed je hoofd bij houden. Maak stekken van eenjarig hout dat niet te dik en niet te dun is en knip de zachte topgroei eraf. Zorg dat de stekken 20-25 centimeter lang zijn en snij ze onderaan net onder een knop (oog) af. Daarna snijd je deze onderste knop mét een stukje bast ondiep uit de tak: dat heet uitogen. Het is de bedoeling dat op het stukje stek boven de grond straks drie knoppen overblijven, als het er meer zijn snijd je de laagste knop(pen) op dezelfde manier weg. Bind 10 à 15 stekken met een elastiekje bij elkaar. Deze bosjes kuil je buiten in de volle grond in. Na de winter steek je de stekken één voor één tot de helft in de grond. Druk ze stevig aan en houd ze goed vochtig. In het najaar heb je dan mooie zwarte-bessenstruikjes. Let wel op dat je de stekken niet op hun kop in de grond zet. De knoppen moeten naar boven wijzen! 

Leiden, vormen en snoeien

Zwarte bes bloeit het beste op eenjarig hout. Vormen van eenjarige scheuten is essentieël voor een rijke opbrengst. In het najaar wordt hoofdzakelijk gesnoeid om hout dat ouder is dan drie jaar weg te halen. De struik maakt zelf scheuten, die uit de grond komen. Lekker makkelijk dus. Let er wel op, dat er ieder jaar jonge scheuten worden aangehouden. Anders heb je niet ieder jaar bessen. Niet alle grondscheuten worden aangehouden: alleen de dikste.

 

Bestuiven

Zwarte bessen zijn zelfbestuivers. Je oogst dus altijd vruchten, ook al plant je slechts één exemplaar.

 

Voeden

Geef geen mest met veel stikstof: je krijgt dan wel veel blaadjes, maar niet veel vruchten. Een samengestelde organische meststof in korrelvorm is geschikter. Tijdens de periode dat de plant vrucht draagt, kun je hem bijvoeden met tomatenmest. Wanneer de vruchten rijpen, zijn zwarte bessen zeer gevoelig voor watertekort. Ze laten dan hun bloemen en vruchtjes vallen, waardoor de opbrengst gedeeltelijk verloren gaat.  

 

Ziekten en plagen

  • Amerikaanse kruisbessenmeeldauw (Spaerotheca mors-uvae). Jonge scheuten en bessen worden bedekt met een witte schimmellaag. De groei wordt geremd. Bestrijding: de toppen van de scheuten afknippen en verbranden. Eventueel spuiten met een meeldauwbestrijder uit het tuincentrum
  • Bessenrondknopmijt (Phytoptus ribes). In het voorjaar lopen gezwollen knoppen niet uit. In de koppen zitten eieren larven of mijten. In het voorjaar verspreiden de mijten zich over de scheuten. Gevolg: drastische vermindering van de oogst. Bestrijding: knoppen uitbreken en verbranden. Beter is een bespuiting met Thiodan. Helpt dit nog niet, dan is rooien van de struik(en) de enige remedie.
  • Brandnetelbladvirus. De ziekte wordt door bovengenoemde mijten overgebracht. De bladeren aan de top raken misvormd. De onderste twee lobben van het driedelige blad zijn kleiner dan die van andere (gezonde) bladeren.
    Het ziektebeeld begint vaak bij een scheut en breidt zich steeds verder uit. De bessen vallen spontaan af. Op den duur wordt de struik onvruchtbaar. Bestrijding: rooien van de struik(en) en verbranden.

Beschermen

Wanneer de eerste vruchten verschijnen, breekt de tijd aan om de zwarte bessen met netten tegen vogels te beschermen. Zorg er wel voor dat er geen dieren in de netten verstrikt kunnen raken!

 

Oogsten

In principe kun je in juli oogsten. Ook als ze volledig gekleurd zijn, kunnen de bessen nog enige weken blijven hangen. Knip de trossen met een schaartje uit de struik. Na de oogst zijn zwarte bessen nog enige dagen houdbaar.