Kruisbes

 

Rijpe, knapperige kruisbessen zijn heerlijk, mits je één van de zoetere rassen hebt geplant. Kruisbessenstruiken zijn gemakkelijk in het onderhoud want ze zijn weinig veeleisend. Plant wel één van de nieuwere variëteiten, die zijn minder ziektegevoelig dan de oude.

 

Rassen

Kruisbessen zijn nauw verwant aan rode en zwarte bessen. Ze hebben de reputatie zuur te zijn, maar de nieuwste rassen zijn zoeter. Daarbij zijn de bessen die je in de winkel koopt meestal onrijp geplukt, wat de smaak niet ten goede komt. Door het hoge pectinegehalte zijn kruisbessen zeer geschikt voor het maken van jam. De traditionele kruisbesrassen verliezen terrein. Een belangrijk winstpunt in de nieuwere variëteiten is de verminderde meeldauwgevoeligheid. Opvallend bij de nieuwe soorten zijn de wat kleinere omvang, de gladde huid en frisse kleuren. Captivator, Invicta en Pixwell geven nauwelijks problemen. Met rassen als Poorman, Rochus en Worcester ga je voor een bijzondere smaak. Spinefree en Captivator zijn soorten waarvan de bessen nog wel gestekeld zijn (voor de nostalgische tuinkabouter!). 

 

Grond

Kruisbessen zijn niet kritisch wat betreft de grondsoort. Elke normale tuingrond vinden ze prima. Ze stellen een rijke, organische mulch rond de voet wel op prijs. Deze zorgt voor een regelmatige toevoer van voeding en dient als buffer voor vocht. Zorg ervoor dat de planten zo veel mogelijk zon krijgen, dan worden de vruchten zoeter.

Planten

Kruisbessen zijn gesteld op een plek in de volle zon waar ze voldoende wind vangen. Plant ze het liefst in november, zodat de planten nog vóór de winter aanslaan. Plant in ieder geval niet meer na maart. Breng na het planten een 2 centimeter dikke laag grove compost aan. 

 

Vermeerderen

Kruisbessen kun je vermeerderen door zaaien of stekken. Van planten die zijn opgekweekt uit zaad weet je echter niet welke eigenschappen van de moederplant terugkomen. Stekken is een betere optie.. Dat gaat als volgt: jonge éénjarige scheuten van 50 centimeter steek je schuin 30 cm diep in de grond. Het jaar daarop zijn ze beworteld en kun je ze op hun plaats zetten.

  

 

Leiden, vormen en snoeien

De beste vorm voor een kruisbes is een lage struik op een enkele stam met takken die omhoog wijzen, dus gesnoeid zijn in de vorm van een wijnglas. Lucht moet vrij door de struik kunnen circuleren om kans op ziekten zo klein mogelijk te houden. Een nieuwe plant moet vanaf het begin in de juiste vorm worden gesnoeid. Laat vijf zijtakken aan de hoofdstam zitten en snoei deze tot op de helft terug. Haal alle dunne of elkaar kruisende takken weg. In het tweede jaar, in november, moeten alle takken die naar binnen groeien of die elkaar kruisen worden weggehaald door ze net boven een naar boven wijzende knop af te knippen. Snoei de struik in de volgende jaren tweemaal per jaar, een keer in de winter en een keer vroeg in de zomer. Knip in de winter alle hoofdtakken tot op de helft terug. Haal ook de overbodige takken in het hart van de struik weg. Kort alle zijtakjes die niet tot de gesteltakken horen tot op 5 centimeter terug. Snoei eind juni, begin juli alle nieuwe zijtakken tot op vijf bladeren terug. 

 

Bestuiven

Een kruisbessenplant is een eenhuizige en tweeslachtige plant. Aan één bloem zitten zowel vrouwelijke als mannelijke delen, die door bijen en hommels worden bestoven. Er is geen kruisbestuiving nodig. Je hoeft dus geen verschillende rassen te planten om vruchten te kunnen oogsten.

 

Voeden

Geef geen mest met veel stikstof: je krijgt dan wel veel blaadjes, maar niet veel vruchten. Een samengestelde organische meststof in korrelvorm is geschikter. Tijdens de periode dat de plant vrucht draagt, kun je hem bijvoeden met tomatenmest. Mulchen met compost wordt zeer op prijs gesteld. Geef water in periodes van droogte, giet de struiken altijd van onder aan en sproei nooit over de planten heen. Het onnodig bevochtigen van de plant verhoogt de kans op vruchtrot en meeldauw. 

 

Ziekten en plagen

Kruisbessen zijn van oudsher zeer gevoelig voor (Amerikaanse) meeldauw. Hoewel de nieuwste rassen hier minder gevoelig voor zijn, zijn ze nog niet resistent. 

 

Beschermen

Wanneer de eerste vruchten verschijnen, breekt de tijd aan om de kruisbessen met netten tegen vogels te beschermen. Zorg er wel voor dat er geen dieren in de netten verstrikt kunnen raken! 

 

Oogsten

Kruisbessen zijn rijp als ze iets meegeven wanneer je er zachtjes in knijpt. Knip ze er met een schaartje uit en laat de steeltjes aan de vruchten zitten, dan blijven ze langer goed. Je kunt ze in verschillende fasen oogsten. Voor gebruik in jam worden de vruchten geplukt net voor ze rijp zijn.