Invriezen

 

Spelregels

Over het algemeen is invriezen een eenvoudige manier om groenten en fruit lang houdbaar te maken. De kans op mislukking is niet zo groot maar er zijn wel spelregels die je in acht moet nemen. Zo zul je uit moeten gaan van gave en gezonde groenten en fruit. Ook het tijdstip van oogsten is belangrijk: de groenten moeten nog jong en vers zijn en het fruit voldoende rijp.

 

Wassen

Een ander belangrijk punt is hygiène. Groenten, kruiden en vruchten moeten voor het invriezen grondig worden gewassen. Producten die gesneden moeten worden, moet je al voor het snijden een goede wasbeurt geven en erna nogmaals naspoelen. Immers, bij lang wassen van gesneden producten verdwijnen veel waardevolle voedingsstoffen.
De voorbereiding van vruchten bestaat naast het wassen soms uit het schillen en het verwijderen van stelen, klokhuizen en pitten. Zachtfruit, zoals aardbeien, frambozen en bramen moeten zo kort mogelijk worden gewassen, omdat anders te veel van de smaak verloren gaat.
Vruchten en groenten die na het schillen snel verkleuren, kun je ongeveer 20 minuten kunnen dompelen in water vermengd met citroensap.
Na het wassen laat je de in te vriezen producten goed uitdruipen.

 

Blancheren

Door te blancheren voorkom je dat zich bij het invriezen kleur- en smaakafwijkingen voordoen. Blancheren betekent: een product enkele minuten met kokend water of stoom in aanraking brengen. Daardoor worden enzymen gedood die van nature in een product aanwezig zijn en die verkleuring veroorzaken. Ook andere schadelijke micro-organismen leggen hierdoor het loodje. Bij bladgroenten wordt door blancheren voorkomen dat ze slinken tijdens het bevriezingsproces.
Voor het blancheren heb je een grote zeef of vergiet nodig die je in een pan met kokend water kunt hangen. Hier worden de te blancheren producten gelegd en vervolgens in kokend water gehangen. Bij het blancheren onder stoom wordt de pan met circa vijf centimeter water gevuld. Blancheren met stoom duurt langer dan in kokend water maar er gaan minder voedingsstoffen verloren. Hierna moet het product snel in stromend water worden afgekoeld waarna het mag afkoelen. De blancheertijd is afhankelijk van de soort groente (ervan uitgaand dat je de groenten in het hete water hangt, in geval van stomen moet je er de helft van de genoemde tijd bijtellen):

     

    • Bladgroenten, zoals andijvie, spinazie, boerenkool, gesneden spitskool, bleekselderij en postelein worden twee tot drie minuten geblancheerd
    • Bij prei varieert de blancheertijd van 1,5 minuut voor fijn gesneden tot drie minuten voor grof gesneden planten
    • Bij witlof geldt 2 minuten voor gesneden tot 5 minuten voor hele kroppen
    • Grote spruiten worden 5 en kleine spruiten 3 minuten geblancheerd
    • Dikke asperges moeten 4 en dunne moeten 5 minuten
    • Groene peulvruchten als snij- en sperciebomen en peultjes worden twee minuten geblancheerd
    • Bij doperwten varieert die van twee tot vijf minuten, afhankelijk van de korrelgrootte
    • Knol- en wortelgroenten worden eerst geschild of geschrapt en daarna 2-4 minuten geblancheerd, afhankelijk van de grootte van de stukjes
    • Schorseneren blancheer je 4 minuten, knolselderij 5
    • Voor bloemkool geldt: 4 minuten voor roosjes en 10 minuten voor een hele kool.  

    Niet blancheren

    • Tot de groenten die je niet moet blancheren horen tomaat, komkommer, paprika en rabarber. Deze laten zich niet goed invriezen. Desgewenst kun je rabarber tot moes koken en daarna invriezen. Van tomaten kun je eerst saus maken. Iets dergelijks geldt ook voor rode biet en rode kool. Deze worden niet geblancheerd maar eerst gaargekookt en daarna ingevroren.
    • Keukenkruiden worden ook niet geblancheerd maar na het wassen en eventueel snijden direct ingevroren.
    • Vruchten bevatten vrij veel zuren, waardoor blancheren niet nodig is. Bij een te zure smaak kan voor het invriezen alvast suiker worden toegevoegd. Geschilde peren en perziken zijn gevoelig voor verkleuren. Dompel ze daarom eerst onder in water met citroensap. 

    Verpakken

    Na het wassen, uitlekken en blancheren volgt het verpakken in maaltijdeenheden. Het materiaal dat hiervoor wordt gebruikt moet goed bestand zijn tegen lage temperaturen. Dit geldt bijvoorbeeld voor diepvrieszakjes en aluminiumfolie. Deze laten ook weinig vocht door waardoor de kans op uitdroging (vriesdrogen!) kleiner wordt.
    Zacht fruit zoals aardbeien, frambozen en bramen worden bij voorkeur los op een bakblik of iets dergelijks ingevroren en daarna samen in een plastic zakje gedaan. 
    Vergeet niet op de verpakking aan te geven wat erin zit en wanneer het is ingevroren. 

     

    Invriezen

    Tenslotte worden de groenten, kruiden en vruchten ingevroren. Dit gebeurt in het best bij een temperatuur van 30 graden onder nul maar dat is alleen bereikbaar voor tuinkabouters met een echte diepvrieskist. De rest moet zich behelpen met het diepvriesgedeelte van de koelkast.
    Zorg dat het invriezen snel verloopt zodat er weinig ijskristallen worden gevormd. Hoe meer en groter de ijskristallen, des te groter de schade aan het in te vriezen product.  

     

    Houdbaarheid

    Op den duur gaan ook diepgevroren producten achteruit, dus zorg er altijd voor dat de oudste pakjes bovenop liggen. Het is dus geen slecht idee ze te etiketteren. De maximale bewaartijd voor groenten is een jaar.  

     

    Koken en eten

    Vrijwel alle groenten worden in bevroren toestand gestort in weinig kokend water. Breng dit snel weer aan de kook en draai dan de verwarmingsbron laag. De kooktijd is altijd korter dan voor een vers produkt (de helft tot hooguit tweederde). Doperwtjes en peultjes kunnen in wat boter worden gesmoord tot ze zijn ontdooid, dat geldt ook voor spinazie. Het liefst voeg je pas vlak voor het opdienen wat zout toe omdat zout water onttrekt waardoor de producten alsnog slap kunnen worden.