Eekhoorn

 

Tuinkabouters die tuinieren in een bosrijk gebied, hebben grote kans dat er één of meerdere eekhoorns in hun tuin hun intrek hebben genomen. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, eten eekhoorns niet zo graag eikels. De naam 'eekhoorn' of in het Duits 'Eichhörnchen' is dus niet echt goed gekozen. Beter is dan de Latijnse naam 'Sciurus'. Deze komt van het oud-Griekse 'skia' (= schaduw) en 'oura' (= staart), dus een beestje dat in de schaduw van zijn staart zit...

 

Voedsel

Wat eten eekhoorns dan wel? In de herfst doen ze zich tegoed aan allerlei zaden van bomen. Aan bomen met kleine zaadjes hebben eekhoorns niet zo veel. Dennen- en sparappels hebben ook vrij kleine zaadjes, waardoor een eekhoorn er een honderdtal per dag moet eten om genoeg te hebben. Daarom zijn eekhoorns in naaldbossen tijdens de dag ook meer actief. In loofbossen hebben ze sneller voldoende eten bijeen: een paar grote hazelnoten en hun buikje zit vol. Hier hebben ze tijd voor een siësta waarna ze verder gaan zoeken.
Eekhoorns leggen in de herfst een wintervoorraad aan, waarbij ze de zaden met 1 of 2 in een ondiep putje in de grond stoppen. Een deel van deze zaden vinden ze achteraf niet meer terug, en zo zorgen ze mee voor de verspreiding van een aantal boomsoorten. De zaden die ze wel terugvinden (waarschijnlijk op basis van de geur) kunnen ook door andere eekhoorns in de grond gestopt zijn. In de lente vind je zo regelmatig een putje in het bos met ernaast 2 helften van een hazelnoot: hier heeft de eekhoorn een wintervoorraad opgegraven en verorberd.
In de lente, wanneer de voedselvoorraden op zijn, schakelen eekhoorns over op allerlei andere voedselitems.

Ze eten dan knoppen, scheuten, bloemen, insecten, insectengallen, rupsen, eieren, jonge vogeltjes, paddestoelen, (korst)mossen enzomeer. Later op het jaar komen daar ook nog allerlei bessen bij. Vanaf juli neemt het aandeel zaden in hun dieet weer toe.
Eekhoorns moeten af en toe ook water drinken, want het vocht dat ze uit hun voedsel halen is niet voldoende.  

 

Bij eekhoorns zitten de onderkaakshelften niet vast aan elkaar. Hierdoor kunnen ze hun onderkaken gebruiken als een soort hefboom om noten open te wrikken. Aan dennen- en sparappels heeft een eekhoorn meer werk. Hij begint de schubben aan de basis af te bijten om de zaadjes eronder uit te halen en werkt zich zo een weg naar de top toe. Onder de boom waar hij zitten eten heeft, vind je dan de kernen en schubben van de dennen- en sparappels terug. Soms spreekt men ook van links- en rechtshandige eekhoorns, omdat het knaagpatroon op de kernen van de dennenappels langs links of rechts naar de top draait. Niemand heeft echter al onderzocht of eenzelfde eekhoorn zijn dennenappels altijd op dezelfde manier vasthoudt. Vraatsporen aan andere zaden, zoals kastanjes of eikels, zijn meestal moeilijk te onderscheiden. 

 

Voortplanting

Eekhoorns zijn solitaire dieren: ze leven het hele jaar door alleen. Als je meerdere eekhoorns tezamen ziet, gaat het ofwel om een achtervolging om te paren, ofwel om een vrouwtje met jongen, ofwel om enkele eekhoorns die samen zitten te eten op een plaats waar voldoende voedsel aanwezig is.
Eekhoorns hebben twee voortplantingsperiodes: in januari-februari en mei-juni. Tijdens deze paarperiodes is het vrouwtje telkens 1 dag vruchtbaar. Die dag wordt ze achterna gezeten door 2 à 4 mannetjes. Deze eekhoorns cirkelen achter elkaar de bomen in en uit en hebben dan voor weinig anders aandacht. Na de paring jaagt het vrouwtje het mannetje weg.
Na een draagtijd van 38-40 dagen worden er 2 à 4 (tot 6) jongen geboren. Deze worden door de moeder opgevoed; de vader heeft er na de paring verder niets meer mee te maken. Na twee maanden gaan de jongen mee op stap met de moeder en na drie maanden verjaagt de moeder hen en moeten ze een eigen woongebied gaan zoeken. Hoe meer voedsel in het geboortegebied, hoe groter de kans dat de jongen zich in de buurt gaan vestigen. Dit geldt zeker als er lege woongebieden in de buurt zijn, bijvoorbeeld doordat een volwassen dier gestorven is.  

Winterslaap

Boomeekhoorns, waartoe onze inheemse rode eekhoorn behoort, houden geen winterslaap. Ze zijn tijdens de winter wel minder lang actief, vooral in de voormiddag. Vanaf 's middags kruipen ze in hun nest om niet teveel energie te verliezen.   

 

Levensduur 

Een eekhoorn wordt gemiddeld maar 2 à 3 jaar oud. De meeste jongen komen zelfs hun eerste winter niet door. In gevangenschap leven eekhoorns langer. Roofdieren is een van de doodsoorzaken. De belangrijkste zijn boommarter en havik. Een boommarter is de enige die een eekhoorn echt kan achtervolgen door de bomen. Daarnaast worden eekhoorns ook gepakt door andere marterachtigen en (roof)vogels, zoals wezels en kraaien (die jongen uit het nest kunnen roven), bunzingen (die eekhoorns vooral pakken in het voorjaar als ze op de grond foerageren), steenmarters, hermelijnen, sperwers en buizerds. 

Ook vossen, grote uilen en wilde en tamme katten vangen eekhoorns. In meer bewoonde gebieden is het verkeer een belangrijke doodsoorzaak. Ze moeten hier vaak de weg oversteken op zoek naar voldoende voedsel.   

 

Maken eekhoorns geluid?

Eekhoorns maken verschillende geluiden, zoals 'tjuk tjuk' of fijne klaterende geluidjes. Ze doen dat vooral als ze opgeschrikt worden of als ze zich niet op hun gemak voelen. Hierbij zwaaien ze meestal met hun staart heen en weer. Ook tijdens gevechten maken eekhoorns geluid. Vrouwtjes communiceren via geluid met hun jongen.   

 

Afwijkende kleuren en soorten

De pelskleur van onze inheemse 'rode' eekhoorn kan vrij sterk variëren, van rood over grijs, bruin en zandkleurig tot zwart. De pels heeft ook niet steeds volledig dezelfde kleur. Zo kan een eekhoorn een rood lichaam hebben met een volledig zwarte staart. Bij de wintervacht zijn de flanken grijzer. Ook albino eekhoorns (witte pels met rode ogen) komen af en toe voor.
Maar het zou natuurlijk altijd kunnen dat hier, zoals op meer plaatsen in Europa, de Noord-Amerikaanse grijze eekhoorn opduikt. Deze eekhoornsoort verdringt de rode eekhoorn omdat ze wel eikels eten en dus een voedselvoordeel hebben. Daarnaast kunnen grijze eekhoorns drager zijn van een virus, waar ze zelf niet ziek van worden maar dat ze kunnen overdragen op rode eekhoorns, die er meestal aan sterven. Ook veroorzaken ze serieuze schade aan bomen door het rondom afstrippen van de schors. Grijze eekhoorns kan je herkennen aan hun grijze kleur, maar omdat hun poten en flanken een beetje rood kunnen zijn, is het onderscheid met rode eekhoorns lang niet altijd eenvoudig. Andere kenmerken die hen van de rode eekhoorn onderscheiden, zijn de veel ratachtigere kop, het ontbreken van de oorpluimen en het veel hogere gewicht. De Noord-Amerikaanse grijze eekhoorn staat ook preventief in de wet vermeld: hij mag niet gehouden, gekweekt, vervoerd of verhandeld worden. Tot nu toe zijn er gelukkig nog geen zekere waarnemingen van deze soort in Nederland en Vlaanderen. Mocht je er toch één zien, meldt dit dan bij het Ministerie van Landbouw.
In Vlaanderen komen ook Aziatische grondeekhoorns voor. Die zijn veel kleiner en hun pels is bruin met 5 zwarte lengtestrepen op de rug. De grootste populatie van deze grondeekhoorns bevindt zich bij Brussel. Deze grondeekhoorns benadelen inheemse soorten (vogels, zoogdieren) omdat ze in hoge dichtheden kunnen voorkomen en veel voedsel verzamelen (voor hun wintervoorraad). Zo zijn ze, zeker in jaren met weinig zaden, voedselconcurrenten voor onze inheemse zaadeters.    

 

 

Een eekhoornvriendelijke tuin

Wanneer een eekhoorn zich vestigt, blijft hij meestal zijn hele leven in hetzelfde woongebied. De grootte van dit woongebied hangt af van het voedselaanbod. In naaldbossen is het voedsel gelijkmatig verdeeld. Er is hier dus elk jaar overal vrij veel voedsel aanwezig. Eekhoorns hebben daarom in naaldbossen voldoende aan een woongebied van 2 à 4 hectare. Ze komen er in grotere getale voor dan in loofbossen.
De grootte van het woongebied varieert niet alleen tussen verschillende bostypes, maar ook tussen de seizoenen. In de herfst is er meer voedsel en zijn de woongebieden kleiner. Tot slot speelt ook het geslacht van de eekhoorn een rol bij de grootte van het woongebied. Mannetjes hebben grotere, onderling overlappende woongebieden. Deze overlappen met de woongebieden van verschillende vrouwtjes, om een zo groot mogelijk paarsucces te hebben. De vrouwtjes hebben kleinere woongebieden, vooral als ze jongen hebben. Dan verdedigen ze een klein gebiedje met voldoende voedsel om hun jongen op te voeden.

De meeste tuinen zijn dus niet groot genoeg om een eekhoorn permanent in te laten overleven. Als een eekhoorn verschillende tuinen samen gebruikt, kan dat wel voldoende zijn. Ook door de eekhoorns bij te voederen, kunnen ze langere tijd op een kleine oppervlakte overleven. Als je een eekhoorn in je tuin hebt, zou het dus kunnen dat hij daar langere tijd blijft omdat je hem eten geeft, maar dat hij in het paarseizoen toch vertrekt, op zoek naar een partner.

Eekhoorns bouwen bolvormige nesten met veel bladeren aan de buitenzijde, ofwel gebruiken ze een boomholte. Het ophangen van nestkastjes is dus niet noodzakelijk voor eekhoorns, maar ze maken er wel gebruik van en het is soms een handige methode om ze goed te kunnen observeren.
Hoe maak je een eekhoornnestkastje? Een kastje van 20 x 20 x 20 cm is voldoende groot, want de eekhoorn rolt zich er volledig in op. Het deksel maak je liever niet volledig vast, zodat je af en toe eens kan controleren wat er in het nestkastje zit. De ronde ingangsopening is 5 cm diameter en zit aan de achterzijde van het nestkastje tegen de stam. Hierdoor zullen er niet zo gemakkelijk vogels in kruipen. Aan de achterzijde bevestig je 2 horizontale latjes van enkele cm dik.

Hierdoor is er wat meer ruimte tussen het nestkastje en de boom, zodat de eekhoorn gemakkelijk via de opening naar binnen kan. De hoogte waarop het nestkastje opgehangen wordt, is niet zo belangrijk (4 meter is al hoog genoeg). Het moet wel wat beschut hangen. Een nestkastje in een alleenstaande kale boom zal niet vlug bezet worden. Het kan een tijdje duren eer een eekhoorn het nestkastje gaat gebruiken, aangezien eekhoorns ook zelf nesten bouwen. In het nestkastje maakt de eekhoorn dan gewoonlijk een nest van afgestripte bast (ziet ros en is goed herkenbaar) en mogelijk ook mos, varens en dergelijke.
Eekhoorns worden soms ook aangetoffen in mezenkastjes (bijvoorbeeld als een specht de opening groter heeft gemaakt), zelfs als die slechts op borsthoogte tegen een boomstam hangen. Als ze daar jongen in krijgen, zijn ze wel genoodzaakt om te verhuizen naar een groter, zelfgebouwd nest wanneer de jongen groter worden.  

 

 

Eekhoorns je tuin in lokken 

Eekhoorns zijn beschermde zoogdieren in Nederland en Vlaanderen, wat betekent dat het verboden is om ze te verkopen, in gevangenschap te houden, ze te verplaatsen enzovoort. Ergens eekhoorns gaan vangen om in je tuin los te laten, is dus verboden. De kans is ook klein dat de losgelaten eekhoorns lang in je tuin gaan blijven of overleven, want anders zouden ze er wel vanzelf gekomen zijn. Als je in een bosrijke omgeving woont en er in je tuin geen eekhoorns zitten, kan dat verschillende oorzaken hebben: de oppervlakte is te klein, er is niet genoeg eten of de tuin is te sterk geïsoleerd.
Als de tuin te klein is of er is te weinig eten, dan heeft het geen zin om er eekhoorns los te laten, want die gaan dan op termijn toch niet overleven. Je zou dat kunnen oplossen door voedselbomen aan te planten, zoals hazelaar, tamme kastanje, notelaar of beuk. Je zou de eekhoorns ook kunnen bijvoederen, maar dan moet je zien dat het voedsel voldoende veelzijdig is en niet allerlei ongezonde dingen geven (zoals koekjes en gekookte aardappelen).
Is je tuin wel groot genoeg en is er wel voldoende eten, maar ligt hij te geïsoleerd, dan is de kans klein dat de eekhoorns er uit zichzelf terecht zullen komen. Maar ook dan is loslaten uit den boze, want hierdoor creëer je een geïsoleerde populatie met alle problemen vandien (zoals inteelt). De enige oplossing hier is voor meer verbindingen met grotere bosgebieden zorgen, bijvoorbeeld door het aanplanten van houtkanten en bomenrijen (wat natuurlijk niet altijd gemakkelijk te realiseren is), en hopen dat er ooit eekhoorns terechtkomen. Eekhoorns zijn de laatste jaren sterk aan het uitbreiden en beginnen echt overal op te duiken, dus de kans bestaat dat ze de volgende jaren toch op natuurlijke wijze in je tuin terechtkomen.  

 

Wat te doen met een zieke, gewonde of jonge eekhoorn?

Als je een zieke, gewonde of jonge eekhoorn vindt, breng je hem het liefst naar een dierenopvangcentrum. Vooraleer je de eekhoorn meeneemt, moet je wel zeker zijn dat hij wel degelijk hulp nodig heeft. Jonge eekhoorns vallen soms uit het nest, maar de moeder komt ze dan wel weer ophalen. Naast het feit dat eekhoorns beschermd zijn en je ze dus eigenlijk niet zelf mag houden, is het zelf opvoeden van jonge eekhoorns een tijdsintensieve bezigheid, die je beter overlaat aan een meer ervaren persoon. Wil je deze moeilijke taak toch zelf uitvoeren, dan voed je de jonge eekhoorns best met melk voor jonge katjes (in de supermarkt verkrijgbaar). Van gewone koeienmelk krijgen ze diarree.