Spinnen

 

Het is niet bekend waarom mensen bang zijn voor spinnen. Opvallend is wel dat een diertje, dat in de meeste gevallen geen kwaad doet, zoveel mensen letterlijk op de kast jaagt. Wetenschappers danken dat het misschien evolutionair bepaald is: dat de eerste mens die in Afrika leefde, deze angst ontwikkelde om zichzelf te beschermen. De vele (on)zinverhalen die over spinnen de ronde doen, dragen ook niet bij tot begrip voor het beestje. Uitspraken als "Ik ken iemand die gebeten werd door een spin, waarna er allemaal kleine spinnetjes uitkropen...." kennen we allemaal wel. Hoog tijd dus voor de rehabilitatie van de spin!

 

Even voorstellen

De spin behoort tot de groep geleedpotigen. Binnen die groep wordt hij met zijn acht poten niet tot de insecten gerekend, maar tot de spinachtigen. Tot deze groep behoren ook de hooiwagen, de teek en de schorpioen. Kenmerkend voor spinachtigen is, buiten het aantal poten (acht), het aantal ogen: zes tot acht. Er zijn duizenden soorten spinnen. De grootste groep in de Benelux vormen de hangmatspinnen. Die zie je niet zo vaak, want de meeste zijn hooguit 2 milimeter groot. Er zijn maar negen soorten huisspinnen, die allemaal een niet-klevend web maken. Sommige spinnen leven in het water, andere op de bodem of in een gaatje in de tuinmuur.  

 

Nut

Spinnen eten insecten. Dus als je last hebt van muggen of vliegen: nodig eens een paar spinnen uit!

 

Bijt'ie?

In onze omgeving en ver daarbuiten is er geen reden om bang te zijn voor spinnen. Er lieft hier geen enkele gevaarlijke spin. Van de 29.000 soorten spinnen die wereldwijd voorkomen, is maar 0,3% in bepaalde gevallen gevaarlijk. Die paar soorten komen in onze streken dus niet voor. En als ze hier al per ongeluk terechtkomen (zoals de bekende vogelspin in een tros bananen), overleven ze ons klimaat niet.

 

Veelzijdige draadjes

De dikste spinnendraden hebben een diameter van 0,012 milimeter, de dunste 0,000002 (een mensenhaar is 280.000 keer dikker). Het zijn de fijnste, draadvormige structuren die de natuur kent. Spinnendraden zijn ongelofelijk sterk. Natuurvolkeren gebruiken ze ter ontsmetting en ze zijn buitengewoon eiwitrijk, dus gezond (maar dan moet je wel erge honger hebben!).

De spinnen gebruiken de draden om voedsel mee te vangen (in de vorm van een web of "vangnetje"), hun nest mee te bekleden of als transportmiddel. Met dat laatste word je in de tuin regelmatig mee geconfronteerd. Het is dat bekende spinrag dat je tijdens een wandelingetje in je gezicht krijgt. Spinnen gebruiken de wind die zo'n draad meevoert en ergens achterlaat. Of ze lopen van A naar B: ze laten zich zakken naar de grond, wandelen een stuk, klimmen weer naar boven en bevestigen het draadje daar.

 

 

Webkunst

Niet alle spinnen maken het bekende wielweb. Er zijn er veel meer die een matvormig web maken, een trechtervormig web of zelfs helemaal geen web. Andere spinnen hullen zich in spinsel of hebben genoeg aan één enkele draad. Het ene web is kleverig; het andere niet. Dit is allemaal afhankelijk van de soort spin. De vorm van het web bepaalt ook welke prooi er gevangen wordt: wielwebben zijn ideaal voor vliegende dieren, matten vangen ook springen insecten. Het recordweb in de Benelux was bijna 80 centimeter in doorsnee. En dan te bedenken dat de kruisspin zijn web elke dag opnieuw maakt! Deze pin eet het eigen web aan het eind van de dag (of nacht) op.

Carnivoren

Alle spinnen zijn vleeseters. Als de spin zijn insect gevangen heeft in zijn web, doodt de spin zijn prooi met gif. Met het gif worden ook stoffen in de insect gespoten, waardoor de prooi vanbinnen vloeibaar wordt. De spin kan z’n prooi zo leegslurpen. Sommige spinnen maken een web op de grond en andere in de lucht.

 

Spinnen van Nederland

We hebben het gemakshalve altijd maar over "een spin", alsof er zich niet enorme verschillen in deze orde voordoen. Dit zijn de in Nederland meest voorkomende soorten spinnen: