Nuttige dieren sparen
Vogels eten rupsen; met name koolmezen en pimpelmezen zijn daar meesters in. Wanneer er in de tuin een gevarieerde beplanting staat en je hangt speciale nestkastjes op, zullen ze jouw tuin uitkiezen als vaste verblijfplaats. In de winter worden de jonge meesjes gevoerd met bijvoorbeeld zonnebloempitten en spekzwoerd. Vogels als lijsters, merels en kraai-achtigen zijn dol op slakken.
De larven van lieveheersbeestjes en gaasvliegen verorberen vele luizen. Als het even kan moet daarom nooit gespoten worden met middelen die deze insecten doden. Zijn de planten ernstig aangetast door bladluizen, spuit dan met een middel op basis van zeep; dit doodt alleen de luizen en laat de natuurlijke vijanden ongemoeid.
Ook grotere dieren doen vaak nuttig werk. Egels leven van muizen en insecten. Geef ze een schuilplaats door een flinke hoeveelheid snoeihout op een rustig plekje te leggen. Mollen verslinden ondergronds talloze insecten en insectenlarven. Hoewel de mol meestal dus erg nuttig is, maken molshopen dit dier tot een niet graag geziene gast.