Aardbei

 

Er gaat niets boven versgeplukte aardbeien. In juni is het aardbeientijd en zijn ze overal te koop. Zelf kweken is echter veel lekkerder!. Door eht kweken van verschillende soorten hebt je gedurende de hele zomer en een klein deel van lente en herfst je eigen aardbeien. De meeste rassen dragen in juni, maar er zijn ook doordragende soorten.

 

Rassen

Er zijn alleen al in Nederland 45 soorten aardbeien. In de rest van de wereld zijn er nog eens 200 geregistreerd. De beste productie-aardbei in Nederland is de Elsanta. Andere bekende rassen: Elvira, Gorella, Honey, Polka, Korona, Maxim, Induka, Giganda, Sengana en Tago. Deze dragen in juni vrucht. Ostara, Rapella, Selva en Mrak zijn doordragers.

 

Grond

Aardbeienplanten groeien in pricipe op alle grondsoorten. Alleen aan een vochtige grond met een slechte structuur hebben ze een hekel. Humeuze, diepbewortelbare grond wordt zeer op prijs gesteld. 

 

Planten

Aardbeien (ver)planten kun je het beste doen in februari of maart. In september worden, onzichtbaar in het groeipunt, de bloemen aangelegd. Bij de éénmaaldragende rassen is het heel belangrijk dat dit proces niet wordt verstoord. Wanneer de planten in september zouden worden verplant, moeten ze te veel energie besteden aan de aanleg en herstel van de wortels. Daardoor houden ze te weinig energie over voor de aanleg van bloemen. Er worden dan te weinig bloemen gevormd met als  gevolg dat de opbrengst volgend jaar sterk wordt verminderd.
Verplant aardbeiplanten altijd met zoveel mogelijk grond om de wortels om deze zo min mogelijk te verstoren. Zet de planten niet in grond waarin het vorig seizoen aardappels of tomaten hebben gestaan. Dit vanwege bodemziekten.
Plant aardbeien op een afstand van 30 centimeter in de rij en 50 centimeter tussen de rijen. Zet ze vooral niet te diep. De knoppen in het hart van de plant moeten boven de grond blijven. Geef na het planten een tijdlang extra water. Laat aardbeien eventueel meedraaien in de vruchtwisseling. Zorg ervoor dat ze niet vaker dan één keer in de vier jaar op dezelfde plek komen. 

 

Vermeerderen

Na twee tot drie jaar moeten aardbeiplanten vervangen worden. Aardbeien kun je op twee manieren vermeerderen: door zaaien en door stekken. Bij zaaien ben je er echter nooit zeker van dat een plant soortecht is. Daarom is het beter om te stekken. De beste periode voor het nemen van stekken is midden augustus. Knip de uitlopers los en herplant ze. Zorg dat alleen de wortels onder de grond zijn en geef voldoende water.

 

Vormen en snoeien

Aardbeienplanten houden niet van verdorde blaadjes. Die kun je dan ook het beste weghalen. Wanneer je niet wil stekken, moeten ook de uitlopers worden afgeknipt.

Bestuiven

Aardbeien zijn in principe zelfbestuivend maar Het duurt drie weken voordat vanuit de bloem een aardbei ontstaat. 

 

Voeden

Aardbeiplanten zijn dol op vloeibare mest, vooral als ze vrucht dragen. Gedurende die periode hebben ze dit wekelijks nodig. Je maakt het als volgt: voeg 2 kilo koemestkorrels toe aan een emmer water en laat dit mengsel een week staan. Roer het regelmatig door. Daarna is het klaar voor gebruik. Het deel dat niet is opgelost, kun je aan komkommer- of tomatenplanten geven. Geef geen mest met veel stikstof: je krijgt dan wel veel blaadjes, maar niet veel aardbeien.

 

Ziekten en plagen

Aardbeien worden weleens getroffen door een virusziekte die Voorjaarsbont heet. Hierdoor bijven blaadjes kleiner en zijn ze soms bont gevlekt. De bloemstengels zijn kort of ontbreken helemaal. Later in de zomer lijken de planten zich te herstellen, maar dat is schijn. Het volgend jaar komt het virus op dubbele kracht terug. Er is niets tegen te doen. Niet alle rassen zijn er even vatbaar voor. Karina, Korona en Elsanta zijn nauwelijks gevoelig. Wordt je aardbeienbed door dit virus getroffen, dan zit er niets anders op dan de planten te vernietigen en op dezelfde plaats de eerste jaren geen aardbeien meer te planten. 

Beschermen

Wanneer het in de winter streng vriest, is het raadzaam de planten te bedekken met noppenfolie of iets dergelijks. Hoewel ze een strenge winter meestal wel overleven, krijgen de plantjes het toch zwaar te verderen en dat beïnvloedt de oogst.
Wanneer de eerste vruchten verschijnen, breekt de tijd aan om de aardbeien met netten tegen vogels te beschermen. Zorg er wel voor dat er geen dieren in de netten verstrikt kunnen raken!

 

Oogsten

Leg ieder voorjaar stro rond de aardbeiplanten, zodat de vruchten niet in het natte zand komen te liggen. Dat voorkomt dat ze wegrotten. Haal het oude stro wel en gooi het op de composthoop. Je kunt hiervoor ook zwart worteldoek gebruiken. 


Pluk aardbeien altijd met de kroontjes eraan. Dan blijven ze langer goed.